De cartografische instellingen vertrouwen zich dus toe aan dit
geodetisch cartografisch instituut.
Door grondslag en voorbeeldige inhoud te zijn, doch ook door het
vele gebruik dat rechtstreeks van deze kaart wordt gemaakt, dient
de topografische kaart de Nederlandse gemeenschap. Het is dan
ook de vraag of hier niet gesproken mag worden en móet worden
van een zodanig algemeen belang, dat de vervaardiging van de
topografische kaart een plicht van de regering als geheel is. Welk
departement met de vervaardiging moet worden belast is van
secundair belang.
Een aantal Nederlandse kaartwerken is door de zorg van Dr.
Koeman tentoongesteld. U zult zien dat bij een aantal kaarten
het algemene beeld naar de achtergrond is verschoven en een spe
ciaal thema duidelijk naar voren is gebracht.
Met het aanroeren van dit onderwerp kom ik op een gebied, waar
de cartograaf beter thuis is dan ik. Toch waag ik het er op hierover
iets te zeggen.
De algemene kaart en de nauwkeurige afbeelding van details
zijn voor een aantal gebieden van menselijke belangstelling niet
van primair belang. Andere eisen worden gesteld, zoals duidelijk
heid en de aandacht trekkend naar wat men met de kaart speciaal
bedoelt uit te drukken. Het beeld moet suggestief zijn en het tot
stand komen bevorderen van een inzicht, een visie op een bepaalde
eigenschap van de aarde of de atmosfeer of de bewoning enz. Te
veel bijkomstige details zouden het beeld onrustig maken en de
aandacht afleiden van het thema. Het kaartbeeld moet dan ook
soms in mindere, vaak in meerdere mate worden gegeneraliseerd.
Soms wordt de gewone cartografische vormgeving verlaten en
krijgt de kaart een statistisch karakter. Enkele voorbeelden wil ik
noemen.
Kaarten kunnen uitdrukken de bodemkundige, de geologische
gesteldheid van de bovenste aardlagen, de verdeling van de land
bouw, tuinbouw, veeteelt, bosbouw, maar ook de klimatologische
omstandigheden (blz. 104).
Gaan we nog iets verder, dan kan de kaart bijdragen tot het be
grijpen van verbanden op economisch, sociaal en sociaal-economisch
gebied. Maar een kaart moet het blijven, het kan geen willekeurig
rondstrooien van gegevens zijn. Pas doordat het een arbeid is die
,,in der Beschrankung" verricht wordt, krijgt de afbeelding wezen
lijke betekenis.
Nog aan een andere eis moet worden voldaan. Men moet de kaart
met welgevallen kunnen bekijken, de kaart moet smaakvol, esthe
tisch verantwoord zijn. En de gebruikte tekens moeten duidelijk
sprekend, goed verstaanbaar zijn. De cartograaf uit de Middel
eeuwen en ook die uit de 17e eeuw was erin geslaagd aan deel een
van deze eisen te voldoen, de moderne cartograaf blijkt tot nog
meer in staat. En dat meerdere wordt voor een niet gering deel
bevorderd, doordat het stramien waarop hij gaat borduren van
103