Prof. dr. A. Heyting, Projectieve meetkunde. Noordhoff. Gro ningen. 1963, 126 p. 48 fig. Prijs ingenaaid f 12.gebonden f 13.90. Van oudsher zijn de hand- en studieboeken op wetenschappelijk gebied in feite in twee verschillende categoriën te verdelen. In de eerste plaats de zuiver wetenschappelijke werken, logisch en streng van opbouw, met een zwaai accent op de theorie, terwijl de praktische toepassingen, hoezeer aanwezig, naar het tweede plan weiden verschoven, en vaak een stiefmoederlijke behandeling ten deel moesten vallen. De studie van deze meer abstract gerichte werken stelde in het bijzonder de beginner vaak voor onoverkome lijke moeilijkheden, en de wens om toch enigszins door te dringen in de vaak uiterst belangrijke praktische toepassingen deed vaak een tweede categorie van studieboeken ontstaan, waarbij echter het accent in zo sterke mate naar de toepassingen was verschoven, ja, vaak verschoven moest worden, dat de streng theoretische ondergrond in het gedrang kwam. Niet zelden ontbraken ver schillende noodzakelijke theoretische grondslagen geheel; in gun stiger omstandigheden werden de benodigde stellingen wel vermeld, echter zonder steekhoudendbewijs. In de gunstigste gevallen werd voor de bewijzen en de strenge behandeling verwezen naar andere werken (van de eerste categorie). Deze onbevredigende situatie heeft een grote wijziging ten goede ondergaan, in het bijzonder 11a de laatste wereldoorlog. Door tal van bijzondere om standigheden, waartoe onder meer de geweldige ontwikkeling van de elektronische rekenmachines met de daaraan verbonden onvoor ziene mogelijkheden heeft geleid, zag men tal van reeds aanwezige uiterst abstracte delen der wetenschap haar toepassingsgebied vinden op meer praktisch gerichte problemen. De hieruit voort vloeiende behoefte aan leerboeken op deze gebieden heeft studie materiaal doen ontstaan, dat in de meeste gevallen aan de hoogste eisen van strengheid en volledigheid kan voldoen, en in zoverre sterk doet denken aan de werken van de eerste categorie, hoewel daartegenover de inhoud iets anders „gekleurd" is, doordat het accent dan meer naar de toepassingen is verlegd, dan vroeger vaak bij de eerste categorie het geval was. In het algemeen kan dan ook worden opgemerkt, dat de naoorlogse werken van de tweede cate gorie aan hogere eisen van strengheid voldoen, dan vroeger vaak het geval was. Dit brengt mede, dat de studie voor de beginner vaak wel enige moeilijkheden met zich meebrengt. Wanneer hij zich echter de moeite wil getroosten, om zich dooi de allereerste ele menten van nieuwe notaties en begrippen heen te worstelen, dan zal hij zijn moeite zeer spoedig ruimschoots beloond zien, en ervaren, dat deze studie verder veel eenvoudiger en ruimer kan verlopen, dan bij de vroegere litteratuur vaak het geval was. Men vergeve mij deze lange algemene inleiding, die ik voor een bespreking van het voor ons liggende boek noodzakelijk achtte. Ill

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 37