In het elfde hoofdstuk wordt de affiene meetkunde ontwikkeld,
door uitverkiezing van een rechte lijn uit het projectieve vlak
tot oneigenlijke rechte. Door verdere keuze van een elliptische
involutie op deze oneigenlijke rechte (orthogonale involutie) worden
in het twaalfde hoofdstuk de grondslagen van de gelijkvormig-
heidsmeetkunde en de metrische meetkunde ontwikkeld, en daar
mede wordt de brug geslagen naar het gebied van de klassieke
Euclidische meetkunde. Het werk wordt besloten met het bijzonder
belangrijke dertiende hoofdstuk, onder de titel „Bundels kwa-
drieken", waarin men naast de kegelsnedenörmrfe/s ook de duale
theorie van de kegelsnedensc/zaren behandeld vindt.
Dit werk voorziet in een lang gevoelde behoefte. Het is wel in de
eerste plaats bedoeld voor de studerenden voor de akte Wiskunde
M.O.-A. Voor hen zal speciaal de inhoud van de eerste tien hoofd
stukken de hoofdschotel vormen. Maar ook ieder ander die in de
projectieve meetkunde is geïnteresseerd, zal in dit fraaie boek alles
van zijn gading kunnen vinden, als hij tenminste de eventuele
moeilijkheden van nieuwe notaties en begrippen in de eerste tien
pagina's heeft overwonnen. Hij komt daarna op een betrekkelijk
eenvoudige wijze in aanraking met een rijke voorraad wetenschap,
niet alleen in theoretische zin, maar ook praktisch, in de meer dan
tweehonderd bijzonder geschikt gekozen vraagstukken, die tussen
de theorie zijn opgenomen.
Wat de typografische uitvoering van het boek betreft, deze is,
zoals wij van de firma Noordhoff gewend zijn, dus bijzonder goed
verzorgd. Drukfouten zal men vrijwel niet aantreffen. Wij troffen
alleen een enigszins storende fout aan op pag. 108 regel 6 v.o., waar
men moet lezeng (x) 2 bik xk i.p.v. 2 «a- xt x^.
Wij kunnen de lezing van dit boek van harte aanbevelen voor
allen die bij hun studie in aanraking komen met de projectieve
meetkunde. S. C. van Veen
Nederlandse Landmeetkundige Federatie
Om ongeveer 10.15 uur opende de voorzitter van de N.L.F., Prof.
ir. G. F. Witt, deze studiedag voor cartogiafen en geodeten en
verwelkomde de deelnemers. Hij begroette in het bijzonder Prof.
dr. F. J. Ormeling, voorzitter van de Kartografische Sectie, als
mede-organisator van deze studiedag en als spreker. Verder richtte
de voorzitter zich tot Prof. A. Kruidhof die de deelnemers gast
vrijheid verleende in zijn laboratorium en die eveneens een voor
dracht zal houden. Na een korte samenvatting van de voorge-
ii3
1, k o 1, k 0
Verslag van de studiedag
gehouden in samenwerking met de Kartografische Sectie van het Koninklijk
Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap op n december 1964 in het
Laboratorium voor Landmeetkunde te Wageningen.