schiedenis van deze studiedag gaf de voorzitter het woord aan Prof. dr. F. J. Ormeling, die een voordracht hield over „Grensver kenningen op geodetisch-cartografisch gebied". Vervolgens h'eld Prof. A. Kruidhof een voordracht over „De cartografie bezien door een geodeet". Na de lunch ontspon zich een geanimeerde discussie. Prof. ir. W. Baarda ging daaibij dieper in op de vraag of de band tussen de cartografie en de geodesie inniger moet zijn dan de band tussen de cartografie en de geografie. Hij vroeg zich af of de wetenschappe lijke achtergrond van de geografie toch niet beter voor de carto grafie is dan de wetenschappelijke achtergrond van de geodesie. Prof. Ormeling verduidelijkte hierna zijn voorkeur voor de wetenschappelijke verbinding met de geodesie door te wijzen op het feit dat een cartograaf niet kan werken zonder de exacte plaats bepaling en exacte denkwijze. Reliëf voor stellingen eisen een ruimtelijk inzicht, voorstellingsvermogen en een wiskundige ondergrond. Hij kwam tot de uitspraak dat de alpha-cartografie tot verwatering zou leiden. Hij acht voor de cartografen in een reeks van problemen een exacte benadering een absolute vereiste. Prof. ir. A. J. van der Weele wees op de bijzondere rol van de fotogrammetrie. De luchtfoto geeft een informatie die geen topo- graaf kan maken. Hij betoogde dat de luchtfoto in feite een kaart is; het probleem is echter om zoveel mogelijk van de informatie van de luchtfoto toegankelijk te maken en te houden. Prof. Kruidhof uitte zijn vreugde over het feit dat de luchtfoto beschouwd wordt als een bijzonder middel van de cartografie, mits de kosten de te stellen grenzen niet te boven gaan. Ook Prof. Ormeling zag een grote toekomst voor de luchtfoto, maar hij was bang dat het nog lang zou duren eer het publiek foto-minded zou zijn. Te ca. 15.00 uur kon Prof. Witt deze zeer geslaagde dag (met 175 deelnemers) sluiten. Hij dankte de sprekers voor hun op hoog peil staande voordrachten en Dr. ir. C. Koeman voor de door hem georganiseerde kaartexpositie. Vervolgens bracht hij de dank van de aanwezigen over aan Prof. Kruidhof en Ir. G. A. van Wely en hun medewerkers voor de uitstekende organisatie. Tens'otte sprak hij de wens uit dat de samenwerking met de Kartografische Sectie voortgezet zou worden. Prof. Ormeling s'oot zich als voorzitter van de Kartografische Sectie bij de woorden van de voorzitter der N.L.F. aan en hij zou het op prijs stellen wanneer de Kartografische Sectie en de N.L.F. regelmatig tot een uitwisseling van gedachten, tot een samen werking bij eventuele opleidingen en tot een ruil van tijdschrift artikelen zou kunnén komen. Na de sluiting van het openbaar gedeelte volgde de huishoudelijke vergadering van de N.L.F., die in het programma moest worden opgenomen, omdat in 1964 geen congres met de gebruikelijke jaar vergadering was gehouden. Nadat Prof. Witt het bestuur van het ii4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 40