122 3- Internationale samenwerking Europees net en wereldnet a. Prof. Mikhailov (Leningrad) gaf een ontwerp voor een wereldnet, te meten met behulp van een eventuele Russische satelliet op een hoogte van 10 ooo km. Het net bestaat uit 12 stations met 30 zijden van ca. 7000 km, gebaseerd op een regelmatig twintigvlak. De satelliet met een diameter van 15 a 20 meter zou gezien worden met een magnitude van 6 a 7 meter, bij een hoeksnelheid kleiner dan 1' per seconde. Een dergelijke satelliet zou ook voor kleine camera's waarneembaar zijn. Een zeer hoge satelliet heeft het voordeel gedurende geruime tijd buiten de aardschaduw te zijn en is bovendien weinig onderhevig aan storingen. b. De Coast and Geodetic Survey heeft een wereldnet voorgesteld van 36 punten met zijden van ongeveer 4000 km. Men wil daarbij gebruik maken van de binnenkort te lanceren ballonsatelliet „Pageos", die in een baan dicht langs de pool op een hoogte van ruim 4000 km moet lopen. Ook met het dopplersysteem denkt men aan een wereldnet. c. Prof. Kneissl gaf een gedetailleerd plan voor een Europees satellieten- net, aansluitend op het wereldnet van de Coast and Geodetic Survey. d. De laatste middag van het symposium werd gediscussieerd over de wenselijkheid van een commissie voor Europese satellietenmeting. Ir. J. C. de Munck Verslag van een bezoek aan het Bureau International de l'Heure te Parijs op 17 december 1964 1. Inleiding Het doel van bovenstaand Bureau (B.I.H.) is de tijdmeting in internatio naal verband te coördineren en te normaliseren. Men vergelijkt daartoe met elkaar astronomische tijdmetingen en atoomklokken van vele over de wereld verspreide tijddiensten, door gebruik te maken van radiotijdseinen en van standaardfrequenties. Bovendien worden verschillende hulpbereke- ningen uitgevoerd, waarmee de universele tijd op genormaliseerde wijze berekend kan worden. Een verslag van de werkzaamheden van het B.I.H. wordt ieder jaar ge publiceerd in het Bulletin Horaire (bijv. Série 5, no. 24). In dit tijdschrift worden ook de resultaten van berekeningen en onderzoekingen van het B.I.H. gepubliceerd. De schrijver werd op het B.I.H. ontvangen door de directeur, de heer B. Guinot. De vroegere directeur, de heer N. Stoyko werkt tegenwoordig alleen aan de internationale breedtebepalingen ten behoeve van de prol beweging. Bezocht werd de astronomische afdeling, de afdeling van de frequentiestandaards en de radio-installaties. 2. De astronomische waarnemingen en htm reducties De astronomische waarnemingen worden verricht met astrolabiums van Danjon. Men heeft één nieuw astrolabium, dat slechts zeer wenig verschilt van het vroegere instrument dat voor het eerst in 1956 op de markt kwam en o.a. werd gebruikt op het geodetisch-astronomisch station in Curapao in 1957 door Ir. Rolff en Dr. ir. Scheepmaker. Op dit instrument is een klein tableau met drukknoppen gemonteerd, waarmee men enige gegevens in de (I.B.M.-) ponskaarten kan brengen. De momenten van de contacten wor- den doorgegeven aan de. kaarten door middel van een teller, die iedere tiende seconde van nul af de tijd begint te tellen. De reducties worden sedert kort verricht met het I.B.M. rekentuig 7040. Om de berekeningen enigszins te vereenvoudigen, worden sterren die in een bepaalde nacht uit een groep ontbreken geïnterpoleerd tussen bij voorbeeld 20 andere nachten. Indien de afwijking van een ster in een groep groter is dan drie maal de standaarddeviatie dan wordt de ster geëlimineerd

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 48