126
studie (weinig praktisch), alleen rijkere mensen konden er studeren en men
moest lid van de Engelse staatskerk zijn, waardoor dus grote groepen uit
gesloten waren. Om deze bezwaren op te vangen werd in 1826 in Londen een
nieuw College gesticht, dat voor iedereen open was en een moderner pro
gramma had. Om de grote populariteit van dit College tegen te gaan, stichtte
de kerk in 1835 het King's College. Later zijn beide Colleges in elkaar over
gegaan en daaruit is het University College ontstaan. In tegenstelling tot
de Colleges in Cambridge en Oxford zorgt dit College wel voor de hele
opleiding van de studenten. Alleen de examens kan het College niet afnemen,
dat is de taak van de. Universiteit.
De opleiding van geodeten in Engeland is onbevredigend. Dit is voor een
deel te verklaren uit het ontbreken van interesse van de Colleges voor deze
opleiding. In Engeland bestaat geen systeem van openbare grondregistratie
(Napoleon heeft Engeland niet veroverd) en daardoor zijn er weinig land
meters nodig en is er dus ook weinig behoefte aan een opleiding aan een
universiteit. Bovendien hebben verschillende instituten hun eigen opleiding.
Zodoende bestaat er geen graad in de geodesie of fotogrammetrie. In Londen
moeten de studenten een graad in een technisch vak gehaald hebben (3 jaar),
voordat ze zich kunnen specialiseren in geodesie (Cambridge) of fotogram
metrie (Londen). Deze tweejarige opleiding geeft alleen een diploma (doctors
degree). Daarna is nog een masters degree te behalen (1 jaar). Prof. Thompson
heeft gemiddeld 20 studenten.
The Ordnance Survey, Chessington
Kol. Kelsey gaf een algemene inleiding over de Ordnance Survey.
De taak van de Ordnance Survey is het vervaardigen van kaarten van
heel Engeland. Van de grote steden worden kaarten 1: 1250 gemaakt;
het grootste deel van het land is bedekt met kaarten 12500 en de berg
achtige en moerassige gebieden met kaarten van ongeveer 110 560. Er
bestaan overigens nog diverse andere kaarten die door de Ordnance Survey
worden gemaakt.
Major Richards gaf vervolgens een overzicht van de diverse triangulaties
en waterpassingen van heel Engeland. In 1963 zijn twee verbindingen tussen
Frankrijk en Engeland met de tellurometer gemeten, waarbij de langste
zijde 117 km was. Met IJsland en Noorwegen is Engeland verbonden door
shoranmetingen. Verleden jaar heeft de Ordnance Survey op een 24 km
basis in Schotland een experiment uitgevoerd ter bepaling van de beste
opstelling van tellurometer of geodimeter en ook de manier van temperatuur-
meting werd onderzocht. In juli en oktober zijn daartoe zeer veel waar
nemingen verricht. Zo werden de temperatuur en druk niet alleen aan de
uiteinden van de meetlijn, maar ook langs de meetlijn gemeten. Aan de
uiteinden van een meetlijn werden masten van 4,5 m opgericht, waarmee
op verschillende hoogten T en P gemeten werden. Met de uitwerking van de
enorme hoeveelheid waarnemingen was men druk bezig. Te zijner tijd hoopt
de Ordnance Survey de resultaten te publiceren.
Een uitgebreide tentoonstelling gaf een goed beeld van de werkzaamheden
die nodig zijn voordat een kaart tot stand gekomen is.
The National Physical Laboratory, Teddington
Dit is het onderzoekcentrum van Engeland, waar zowel zuiver weten
schappelijk onderzoek als onderzoek voor industrieën wordt uitgevoerd. Het
is verdeeld in 9 afdelingen. De „Standards Division" is voor geodeten het
meest interessant. Zo wordt voor standaarden van lengte, massa en tijd
gezorgd. Sinds 31 januari 1964 wordt de yard gedefinieerd als 0,9144 m.
Daarvoor was de „Imperial Standard Yard" wettelijk gedefinieerd als de
lengte van een staaf; deze staaf kromp echter regelmatig, zodat dus ook de
yard in vergelijking met de meter kromp (0,00004 om per jaar). De „Stand
ards Division" verricht ook ijkingen van invardraden en meetbanden.
Dr. K. D. Froome gaf een demonstratie met de mekometer: een afstand-