130
en pas in 1932 weer daarmee werd herenigd in de nieuwe, eigenlijk
oude organisatievorm, de Topografische dienst.
Als produkten van deze Topographische inrichting, of hoe deze
dan ook in de loop der jaren geheten mag hebben, mogen worden
genoemd: de Geologische en Mineralogische Kaart der Zuidelijke
Nederlanden, aangevangen in 1825; de Rivierkaart vanaf 1835, de
„Stafkaart" vanaf 1850; de Waterstaatskaart vanaf 1865; de
Residentiekaarten van Java en Madoera van 1868-1897; de Chromo-
topographische Kaart van het Rijk op schaal 1 25 000, begonnen
in 1865 met het vervaardigen van dezgn. „strookkaarten"de Geo
logische Kaart van Nederland, bewerkt door Dr. W. C. H. Staring
van 1858-1889, de Topographische Atlas van het Koninkrijk der
Nederlanden op schaal 1 200 000 van 1868 tot 1940.
In 1932 werden beide diensten weer herenigd onder de naam
Topografische dienst. Vanaf deze datum dateren de invoering van
de fotogrammetrie, het gebruik van de luchtfoto voor verkennings
doeleinden (ca. 1924), het toepassen van de stereografische pro
jectie, het tekenen op doorzichtige materialen (zellon, later astralon)
en tevens het invoeren van de foto-lithografie. Nog kort geleden,
van 1958 tot i960, werd een geheel nieuwe werkmethode ingevoerd,
bestaande uit het graveren op stabilene, het fotograferen op maat
vaste film, het „strippen" van peelcoatfoliën t.b.v. de vlaktinten
op de kaart en tenslotte het drukken met aluminiumplaten.
Vermeldenswaard is nog dat in de jaren vijftig de kaartering en
druk is uitgevoerd van het grootste gedeelte van het toenmalige
Nederlandsch Nieuw-Guinea op schaal 1 100 000.
Dit kort historisch overzicht zou zeer onvolledig zijn als niet
enkele personen werden genoemd, die in hun periode de dienst en
de kaarteringen op een hoog nationaal en internationaal plan hebben
gebracht.
Als eerste moet worden genoemd de generaal-majoor Baron
C. R. T. Krayenhoff (1758-1840) als grondlegger van de topo
grafische kaartering in Nederland. Deze veelzijdige man, hij was
immers medicus, wiskundige, vestingbouwer en zeer bekwaam
genie-officier, heeft reeds de cartografie van kindsaf gezien in het
werk van zijn vader, die waterstaatkundige was en daarvoor
kaarteringen verrichtte.
Krayenhoff mag als grondlegger van de topografische kaar
teringen worden gezien, omdat van 1798-1821 onder zijn leiding de
naar hem genoemde „kaart van Krayenhoff" op schaal 1 115 200
is vervaardigd en vooral ook omdat van 1802-1813 door hem zelf
en onder zijn leiding het primaire driehoeksnet over beide Neder
landen grotendeels is gemeten en berekend.
Als tweede persoon mag worden vermeld de reeds eerder genoemde
generaal-majoor J. E. van Gorkum, de tweede directeur van de
Militaire verkenningen, in functie van 1817-1841. Hij mag, zoals
gezegd, dc grondlegger worden genoemd van de huidige repro-
duktiedienst. Hij voerde de steendruk in en heeft internationale