roem verworven door zijn „reliëfmethode", een fraaie wijziging op
de „Schraffenmethode" van Lehmann.
Onder zijn leiding zijn vrijwel alle manuscriptkaarten van de
Zuidelijke Nederlanden tot stand gekomen en tevens de manuscript-
kaarten op schaal i 14 400 als resultaat van de werkzaamheden
van de commissie tot het vaststellen van de grensscheiding tussen
de Nederlanden en Frankrijk (van 1816-1820).
Als derde persoon kan genoemd worden de heer C. A. Eckstein,
directeur van de Topographische inrichting van 1878-1908. Als
graveur in 1857 begonnen, heeft deze man zich opgewerkt tot deze
hoge functie en heeft hij zijn inrichting op een zeer hoog niveau
weten te brengen, waardoor hij op een 15-tal internationale con
gressen de hoogste onderscheidingen ontving.
Verschillende werkmethoden zijn door hem ontwikkeld. Zonder
in details te treden mogen worden genoemdhet koolbeeld op steen
als voorloper van de huidige kopie, de heliogravure op steen en de
typo-heliogravure. De belangrijkste uitvinding was wel zijn ets-
methode, waarmede hij alle kleuren en tinten kon drukken, die op
een kaart gewenst werden.
Hij gebruikte hiervoor slechts drie drukstenen, één voor blauw,
één voor rood en één voor geel. Men kan deze methode beschouwen
als voorloper van de huidige raster-vierkleurendruk. De toepassing
van de fotografie is wel door Eckstein verder ontwikkeld, doch de
allereerste toepassing hiervan moet worden toegeschreven aan
generaal-majoor Besier, omstreeks 1865.
Van de moderne tijd, dus vanaf 1932, welke gekenmerkt wordt
door de luchtfoto als bouwsteen van de kaart, kan in dit verband
de naam worden genoemd van kolonel C. A. J. von Frijtag
Drabbe. Hij heeft zich voor de invoering van de luchtfoto sterk
beijverd en deze met woord en geschrift gepropageerd voor vele
takken van wetenschap. Hij mag pionier genoemd worden van de
luchtfoto-interpretatie.
Voor het eerst in de historie is een jubileum van deze dienst
gevierd. Bij het 100-jarig bestaan was er oorlog, bij het 125-jarig
bestaan stond wederom een oorlog voor de deur. Bij dit 150-jarig
bestaan was er gedacht aan een luisterrijke viering. Nu was het
echter de bestedingsbeperking welke de directeur hierin belemmerde
en waardoor het uitgeven van een gedenkboek niet kon doorgaan.
Op een bescheiden doch stijlvolle wijze is in de ochtend van 18
februari een bijeenkomst gehouden met het voltallig personeel,
waar de directeur, de kolonel W. F. den Hengst, een herdenkings
rede hield en aan het personeel een blijvende herinnering werd
aangeboden, 's Middags werd een receptie gehouden, waar vele
prominenten van wetenschappelijke en militaire zijde de directie
kwamen complimenteren. Een historische tentoonstelling gaf een
duidelijke indruk van een rijk verleden. Aan de organisatoren van
deze herdenking, Ir. L. van Zuylen en Ir. J. van der Linden
en enkele andere personeelsleden is daarvoor veel dank verschuldigd.
i3i