VERSCHILLENDE ONDERWERPEN Fédération Internationale des Géomètres Rapporten, ingediend voor het elfde internationale congres te Rome, 1965 Commissie VLandmeetkundige instrumenten en methoden De drang om te automatiseren bij de toepassing van de land meetkunde en de daarmee in verband staande technieken is in Nederland zowel in de sector van overheid als in die van parti culiere ondernemingen de laatste jaren sterk toegenomen. De motieven om te automatiseren zijn verschillend. Personeelsgebrek is hierbij een belangrijke factor. Efficiënter werken en tijdwinst zijn ook belangrijke punten. Vooral wat het rekenen betreft, geldt dat veel problemen theoretisch meer verantwoord en in groter verband kunnen worden aangepakt, wanneer van moderne hulp middelen wordt gebruik gemaakt. Een drietal studiedagen had tot hoofdthema de automatisering in de geodesie. Ir. J. A. G. Roeleveld besprak de mechanische registratie en uitwerking van profielmetingen [ij. Bij deze me thode, die in de praktijk goed blijkt te bevallen, wordt te velde gebruik gemaakt van merkroosterkaarten. Een soortgelijke me thode wordt inmiddels toegepast door de B.P.M., eveneens met gunstig resultaat. Om een grotere efficiëntie te bereiken bij de grootte- en waarde bepaling van percelen, hield Ir. W. J. J. van Lent een pleidooi voor het gebruik van de elektro-planimeter Zuse 80. [2]. Behalve deze onderwerpen, die in de Nederlandse praktijk reeds toepassing vinden, werden ook andere methoden en ervaringen bestudeerd. Van de automatiseringsmogelijkheden bij de technische werkzaamheden in ruilverkavelingsgebieden kon een indruk worden verkregen uit een voordracht van Dr. E. Lang; hij beschreef daarbij o.a. het gebruik van een zelfregistrerende code-theodoliet. [3]. Dr. Ing. K. Zuse gaf een overzicht over de ontwikkeling van elektronische rekenmachines en de toepassing daarvan in de land meetkunde. [4]. Geodetisch rekenwerk wordt door haast alle grotere landmeet kundige diensten of instellingen in Nederland in meerdere of min dere mate langs elektronische weg uitgevoerd, waarbij soms zelfs de hulp van rekencentra in het buitenland wordt ingeroepen. Rapporteurs: Ir. H. L. van Gent, 's-Gravenliage Ir. G. A. van Wely, Wageningen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 25