Of de ontwikkeling als zodanig in Nederland wel zo efficiënt
verloopt, valt sterk te betwijfelen. Ondanks het bestaan van auto-
matiserings- en efficiëntie-commissies bij enige ministeries en van
de ook in ons vorig verslag reeds genoemde interdepartementale
„Werkgroep automatisering geodetische rekentechniek" blijkt in
Nederland thans geodetisch rekenwerk te worden uitgevoerd op
computers van tien verschillende fabrikaten en typen. Hier staat
tegenover dat aan de Technische Hogeschool te Delft voor de geo
detische studenten thans een korte inleidende cursus in het pro
grammeren met behulp van Algol wordt gegevenvereist is daarbij
het zelf programmeren van enkele eenvoudige problemen. De
berekening en vereffening van de metingen die gedurende het
zomerpracticum door de studenten worden uitgevoerd, vinden
plaats met behulp van de computer Telefunken TR4 van de Tech
nische Hogeschool, waarbij de studenten zelf de voorwaardeverge-
lij kingen opstellen en de staf van het Laboratorium voor Geodeti
sche Rekentechniek het nodige programmeerwerk verricht.
Aan dit laboratorium is met betrekking tot de nieuwe ontwikke
ling van rekentechnieken een theorie opgesteld, die enerzijds een
beter inzicht geeft in de betrekkingen tussen verschillende land
meetkundige methoden en rekenmethoden en het anderzijds moge
lijk maakt berekeningen meer systematisch te programmeren.
De theorie is op dit ogenblik beperkt tot vraagstukken in het platte
vlak, maar een uitbreiding tot ruimtelijke vraagstukken is mogelijk.
Een eerste overzicht is door Prof. ir. W. Baarda gegeven in [5].
In de verslagperiode werden op verschillende gebieden activi
teiten ontwikkeld, die in de volgende rubrieken zijn samengevat.
Geofysica en Astronomische Geodesie
Door de Technische Hogeschool te Delft werd begin 1964 een
zeegravimeter van Askania aangeschaft. Dit instrument zal, naast
de gravimeter van Dr. Graf, worden gebruikt voor zwaartekrachts
metingen op de Atlantische Oceaan in het kader van het Navado-
project.
Dit project wordt uitgevoerd door de hydrografische diensten
van Nederland en Engeland in de periode van november 1964 tot
september 1965. Het is de bedoeling het noordelijk deel van de
Oceaan twaalf maal over te steken, te beginnen bij 22° N.B. en
vervolgens om de drie breedtegraden tot en met 55° N.B.
Gedurende de jaren 1960-1962 werd in Nederland een nieuw
primair zwaartekrachtsnet gemeten. Daarbij zijn gebruikt een
Askania Gs 9, een Worden „Master" en drie North American gravi-
meters. Het net van 52 stations is met het Duitse net verbonden,
terwijl ook op enkele Belgische stations werd gemeten. In 1962
werd door de Technische Hogeschool te Delft meegewerkt aan de
vereffening van het Europese zwaartekrachtsnet. Zie voorts [6].
Het geofysisch werk van Prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz
werd gewaardeerd door de benoeming van deze wetenschapsmens
i6o