i6i
tot lid van de Pauselijke Academie van Wetenschappen te Rome.
Voor de bepaling van het aardmagnetisme bedient de Hydro
grafische dienst zich van magnetometers van het type Proton.
Over een onderzoek naar de nauwkeurigheid van simultane lengte-,
breedte- en azimutbepaling uit horizontale richtingen naar de
zon berichtte Prof. R. Roelofs in [7]. Bij de onderhavige methode
kunnen de te verwachten standaardafwijkingen voor een bepaalde
declinatie van de zon en voor een bepaalde breedte uit nomo-
grammen worden afgelezen.
Een analyse van de waarnemingsresultaten die tijdens het
Internationaal Geofysisch Jaar 1957-1958 werden verkregen op het
geodetisch-astronomisch station op Curasao vindt men in het
proefschrift [8] van Dr. ir. A. C. Scheepmaker. Hij beschrijft daar
in ook een onderzoek van het astrolabium A. Danjon.
Over de geodeet en de kunstmaan geeft Ir. L. Aardoom een be
schouwing in [9]. Prof. ir. G. J. Bruins deelt een en ander mee over
het gebruik van kunstmanen in de geodesie n.a.v. een desbetreffend
symposium. [10].
Aan de Technische Hogeschool te Delft is een experimentele op
stelling in constructie om kunstmanen te fotograferen t.b.v. een
triangulatie over duizenden kilometers. Gestreefd wordt daarbij
naar een hoeknauwkeurigheid van een onderdeel van een boog-
secunde. Als camera wordt gebruikt een gemodificeerde lucht-
verkenningscamera van „De Oude Delft" met een opening van
30 cm en een brandpuntsafstand van 120 cm. Ir. L. Aardoom en
Ir. J. C. de Munck geven een beschrijving van dit experiment
in [11].
Er is voorts een volgmechanisme geconstrueerd voor een theodo
liet DKM3 van Kern, waarmee men hoopt met matige nauwkeurig
heid visueel kunstmanen te kunnen aanmeten.
De tijdwaarneming kan worden verricht met behulp van een
kwartsklok, waarvan de stand steeds tot op 0,1 millisec. bekend is.
Triangulatie en Puntsbepaling
In de verslagperiode werden door de Bijhoudingsdienst der
Instituut te Brussel metingen uitgevoerd ten behoeve van de aan
sluiting van de Nederlandse en Belgische hoofddriehoeksnetten.
Met de desbetrefende berekeningen is onlangs begonnen.
In het jaar 1965 zal een basis van ca. 25 km lengte worden ge
meten op de Afsluitdijk tussen Noordholland en Friesland. Met
de voorbereiding van deze lengtemeting, die met behulp van invar-
draden zal worden uitgevoerd, is een aanvang gemaakt.
Over theoretische studies betreffende vereffeningsmethoden valt
in de eerste plaats te vermelden een beschouwing van Prof. ir.
W. Baarda, in samenwerking met Ir. J. E. Alberda, betreffende
de relatie tussen geodetische vereffeningsmethoden en methoden
uit de mathematische statistiek. [12].