standaardafwijking van het plaatsen van een meetmerk op een ge
prikt punt, 6 micron; standaardafwijking in het elimineren van
de X- resp. Y-parallax met doveprisma's, 4 micrononregelmatige
filmvervorming, 5 micron; variatie in de excentriciteit, 2 micron;
standaardafwijking in het aflezen van de rand, 20 dmgr.
Een ander onderzoek door het Laboratorium voor Geodesie betrof
de nauwkeurigheid van een radiaaltriangulatie in heuvelachtig
terrein. Voor dit onderzoek is gekozen het S.I.P. testblok „Massif
Central", dat reeds door verschillende instituten met behulp van
ruimtelijke triangulatiemethoden was onderzocht. Vergelijkt men
deze ruimtelijke triangulaties met de radiaaltriangulatie, dan is het
duidelijk dat de laatst genoemde minder nauwkeurig is. Het ver
schil in nauwkeurigheid is echter relatief klein, hoewel de opne
mingscamera niet gestabiliseerd was. Uit de resultaten kan daarom
worden geconcludeerd dat numerieke radiaaltriangulatie in heuvel
achtig terrein in de praktijk voldoende zal zijn voor vele kaar-
teringen.
Prof. R. Roelofs besprak in [44] het statistisch gebruik van met
ontschrankte luchtfoto's van vlak terrein. Dezelfde auteur publi
ceerde in [45] nog een studie over modelinpassing door pseudo-
affine transformatie en in [46] een methode voor het aansluiten van
punten aan een willekeurig aantal gegeven punten.
Dr. ir. G. H. Ligterink promoveerde op een proefschrift over
het stereoscopisch ruimtemodel. [47]. Dr. H. G. Jerie besprak in
[48] een ontwerp van een eenvoudig beeldenpaarinstrument voor
de vervaardiging van topografische kaarten.
Ir. G. A. van Wely onderzocht de mogelijkheid schoorstenen
van huizen als paspunten te gebruiken bij de uitwerking van lucht
foto's op grote schaal. Zijn bevindingen vermeldde hij in [49].
Een methode voor de numerieke bewerking van een radiaaltrian
gulatie werd door Ir. C. M. A. van den Hout beschreven in [50].
In [51] beschrijft deze auteur een methode voor een relatieve en
voor een absolute analytische oriëntering.
Ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Prof. dr. ir.
W. Schermerhorn is een gedenkboek samengesteld, waarin een
~groot aantal auteuis door hun bijdragen eer bewijzen aan deze
grote fotogrammeter. [52].
Cartografie
Van de topografische kaart op de schaal 110 000 kwam het
laatste blad, de serie omvat 724 bladen, in 1962 gereed. Op deze
kaart is de topografie in grijze lijnen aangegeven. Namen, hoogte
aanduiding en kleuren zijn bewust weggelaten omdat deze kaart
voor velerlei planningsdoeleinden moet kunnen dienen. De her
ziening van de kaart is reeds aangevangen en zal ca. 12 jaar in
beslag nemen. Op de topografische kaart 110 000 is de Hoogte-
kaart van Nederland gebaseerd. Deze wordt vervaardigd in samen
werking tussen de Topografische dienst en de Meetkundige dienst
167