168 van de Rijkswaterstaat, die de hoogtecijfers levert. De dichtheid van het hoogtepuntennet is ca. één hoogtepunt per hectare. De hoogtecijfers worden afgerond op decimeters. Ongeveer een zesde deel van het kaartwerk is gereed. Een beschrijving van de Hoogte- kaart van Nederland treft men o.a. aan in [53]. De topografische kaart op de schaal 1: 250 000 in U.T.M.-projectie, die de kaart op de schaal 1200 000 vervangt, is gereed gekomen in 1964. Her ziening zal eenmaal per tien jaren plaatsvinden. De generalisering van de topografische kaart op de schaal 1: 50 000 werd in de ver slagperiode geheel herzien. Hierdoor werd de leesbaarheid in be langrijke mate verhoogd. In [54] geeft J. Ooms een beschouwing naar aanleiding van deze generalisering. Sedert 1954 was de Topografische dienst belast met het vervaar digen van topografische kaarten van het toenmalige Nederlands Nieuw Guinea op de schaal 1100 000. Op 1 oktober 1962 werden de werkzaamheden aan deze kaart gestaakt i.v.m. de overdracht van het gezag over dit gebied aan Indonesië. Van de totale serie van 293 kaartbladen waren op dat ogenblik 212 bladen verschenen, terwijl 76 bladen in bewerking waren. De kaarten zijn uitgevoerd in U.T.M.-projectie. In maart 1964 werden de gedrukte kaart bladen, de basistekeningen en de luchtfotonegatieven overgedragen aan de republiek Indonesië. Van de Wetenschappelijke Atlas van Nederland, die als los bladige atlas zal worden uitgevoerd en tenslotte 109 kaarten zal bevatten, zijn de eerste bladen in 1963 verschenen. De schaal van de meeste bladen is 1600 000. Een beschrijving van deze atlas, die een beeld moet geven van het maatschappelijk en econo misch leven in Nederland, geeft Prof. A. J. Pannekoek in [55]. Een kenmerkend verschil tussen nationale landkaarten en zee kaarten is gelegen in de bijhouding. Zeekaarten toch moeten dagelijks worden bijgehouden in verband met veelvuldige verande ringen in vaarwaters en betonning. De bijhouding van reeds af geleverde kaarten geschiedt door de gebruikers aan de hand van de dagelijks uitgegeven „Berichten aan Zeevarenden", die door een speciale afdeling van de Hydrografische dienst worden samenge steld. De bij deze dienst nog aanwezige voorraad dient eveneens te worden bijgehouden. Aangezien evenwel met de pen slechts een beperkte hoeveelheid correcties kunnen worden aangebracht, is herdrukken van zeekaarten veel frequenter nodig dan voor land kaarten. Ten behoeve van de Koninklijke Marine worden bovendien door de Hydrografische dienst dagelijks de nodige wereldsets van ca. 5000 zeekaarten per set bijgehouden. Bij het vervaardigen van gekleurde kaarten is het van het groot ste belang dat de verschillende deeltekeningen bij het samenstellen van combinaties en gidsen nauwkeurig op elkaar passen. Door gaans geschiedt het inpassen van de deelstukken met behulp van inpaskruisjes buiten de hoeken van de kaartbladen. Dit geeft evenwel aanleiding tot inpasonnauwkeurigheden. Bij toepassing

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 34