punt en die in de overige punten waarvoor men interesse heeft. De methode geeft een grote tijdbesparing. Belangrijk is hier dat af en toe wordt nagegaan in hoeverre de mathematische verbanden nog juist zijn; deze zouden immers kunnen zijn gewijzigd als ge volg van structuurveranderingen in de bodem ten gevolge van het uitvoeren van kunstwerken. Voor het ontwerpen van een nieuwe havenmond voor Rotterdam werden metingen uitgevoerd ter bepaling van de zgn. squat (diep gangsvermeerdering t.g.v. snelheid in ondiep water) van binnen lopende zeer grote tankers. De binnenlopende schepen werden m.b.v. een automatisch waterpasinstrument waargenomen vanaf een lichttoren in zee op ongeveer 2 km uit de kust. Op enkele van deze schepen was een speciale baak aangebracht (25 maal vergrote E-baak) waarop door schatting van 0,1 van het interval een aflezing tot op 2,5 cm kon worden verkregen. Na correctie voor aardkromming, refractie en ontregeling van Eetmnstnrrnerrt~körraldus~de hoogte van het nulpunt van de baak bij varend schip worden bepaald. Door vergelijking met de hoogte van het nulpunt bij stilliggend schip kon de squat worden berekend. Bij schepen die niet waren voorzien van een dergelijke baak werden foto's gemaakt van het beeld in het waterpasinstrument. Uit deze foto's kon de hoogte van een of ander object aan het schip worden bepaald. De refractie en ontregeling werden bepaald door aflezing op een viertal in hoogte bekende baken langs de kustde afstand van deze baken tot de instrumentopstelling varieerde van 2 tot 4,5 km. De standaardafwijking van een hoogtebepaling op een afstand van 5 km wordt geschat op ongeveer 10 cm. I7I Afb. ivoegmeter.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 37