i9i
cair-kadastrale boekhouding en tot de heren J. D. L. Kremer en P. J.
Griep, bestuursleden van het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius". De
voorzitter memoreert dat er tussen de besturen van „K. en L." en „Snellius"
contact was over vraagstukken die de student, de Technische Hogeschool
en het Kadaster in hun onderlinge samenhang betroffen. Het contact was
niet veelvuldig maar wel waardevol. De student immers moet weten wat
er leeft in de maatschappij waarin hij zijn intrede zal doen. De maatschappij
moet weten welke verwachtingen de aankomende ingenieur koestert.
Tot zijn spijt kan de voorzitter niet begroeten de oud-voorzitter, Ir.
M. J. te Nuyl, die in verband met zijn benoeming tot ingenieur-verificateur
van het kadaster tussentijds als voorzitter moest bedanken. Nu Ir. Te Nuyl
tengevolge van ziekte verhinderd is aanwezig te zijn, is het niet mogelijk
hem dank te zeggen voor het vele en belangrijke werk in het belang der
vereniging door hem verricht. De voorzitter stelt daarom voor, staande
de vergadering, een telegram aan hem te doen uitgaan en verzoekt de
secretaris de tekst voor te lezen. De vergadering betuigt door middel van
applaus haar instemming.
De voorzitter kan, in tegenstelling tot zijn voorganger, niet meer welkom
heten het oudste buitengewone lid,P. J. ter Plegt, die begin november is
overleden. Eveneens zijn in dit verenigingsjaar overleden het lid J. C. Bloos
en de buitengewone leden J. W. Degenhart en L. Bakker. Staande her
denkt de vergadering door enige ogenblikken stilte in acht te nemen de
overledenen.
Gelukkig zijn er niet alleen droeve mededelingen te doen. De voorzitter
is verheugd de heren Te Nuyl en Wytema te kunnen gelukwensen met hun
benoeming tot ingenieur-verificateur van het kadaster. Voorts feliciteert de
voorzitter de heren C. L. van Osch en Ir. M. H. Warners met hun be
noeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Van zeer bijzondere aard was de hoge onderscheiding die eind september
is ten deel gevallen aan de directeur, hoofd van de Directie kadaster en
hypotheken, Mr. ir. S. M. Meelker, die werd benoemd tot Ridder in de Orde
van de Nederlandse Leeuw. Het bestuur, aldus de voorzitter, heeft op het
daarvoor passende ogenblik de gelukwensen der vereniging overgebracht
en zou thans met deze mededeling kunnen volstaan. Toch wil de voorzitter
in de vergadering hieraan bijzondere aandacht schenken omdat, naar de
mening van het bestuur, met deze onderscheiding niet alleen de directeur,
maar ook de gehele kadastrale dienst is geëerd. Uiteraard zal het belangrijke
werk dat de heer Meelker als secretaris van de Staatscommissie in zake
het Kadaster heeft verricht aanleiding zijn geweest tot het verlenen van de
onderscheiding. Daarnaast geeft dit eerbetoon uitdrukking aan de gevoelens
van goodwill ten opzichte van de kadastrale dienst en daarover is het bestuur
bijzonder verheugd.
Het rapport van de Staatscommissie zal op deze vergadering geen agenda
punt kunnen vormen, omdat het nog niet werd gepubliceerd. De instelling
van een kadasterraari", en het ontwerp voor een ..Kadasterwet" en de
hieruit voortvloeiende mogelijkheden met betrekking voor onze wensen ten
aanzien van de kadastrale dienst, zullen op een later tijdstip aan de orde
worden gesteld. Wel kan de voorzitter mededelen, dat diegenen die zich
reeds vóór dat het rapport in de handel zal verschijnen willen oriënteren
hiertoe de gelegenheid hebben, aangezien op 10 december Prof. Van Opstall,
gewezen lid van de Staatscommissie, in het kader van de door de Rijks
universiteit te Utrecht te organiseren post-universitaire cursussen, een lezing
zal houden onder de titelDe Staatscommissie in zake het Kadaster.
Met het uitspreken van de wens dat het rapport van de Staatscommissie
een periode van vernieuwing van het Kadaster mag inluiden, verklaart
de voorzitter de vergadering voor geopend.
Notulen. De notulen van het openbare gedeelte van de Algemene ver
gadering, gehouden op 25 oktober 1963, zoals gepubliceerd in het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde, jg. 80, nr. 1, blz. 35, worden zonder op- of