steeds wordt opgemaakt, wordt gedefinieerd als [A] (T« To),
had het aanbeveling verdiend in XVII.3.B 8 te vervangen door
fA. Men verkrijgt dan de formules van blz. 214 van de H.T.W.
Hoofdstuk XIX (indirecte lengtemeting) heeft, zoals reeds werd
gezegd, een belangrijke uitbreiding gekregen door toevoeging van
de paragraaf XIX.7: Elektromagnetische afstandmeting. Zij
brengt de lezer in contact met de belangrijke fysische toepassingen
die in de afgelopen jaren hun intrede in de landmeetkunde hebben
gedaan en die bezig zijn zich steeds verder te ontwikkelen. Reeds
thans bewijzen bijv. de tellurometer (elektronische afstandmeting)
en geodimeter (elektro-optische afstandmeting) in dit vak belang
rijke diensten. Hoewel, evenals in sommige andere delen van het
boek, ook in deze paragraaf naar mijn oordeel het accent wat te
veel gelegd is op het instrumentele gedeelte, heeft de bijdrage van
Ir. De Bruijn de grote verdienste, dat ze in een betrekkelijk kort
bestek voor het eerst in een Nederlands leerboek over landmeet
kunde een goed overzicht geeft van deze moderne wijze van af
standmeting. Wie zich in deze materie verder wil verdiepen vindt
op de bladzijden 381 en 382 een indrukwekkende litteratuuropgave.
Doordat in de inhoudsopgave van het boek alleen een indeling is
gemaakt naar de hoofdstukken en paragrafen en, zulks in tegen
stelling met alle vorige drukken, een verwijzing naar de artikels
achterwege is gelaten, heeft deze inhoudsopgave sterk aan over
zichtelijkheid gewonnen. Een trefwoordenregister aan het eind van
het boek vergemakkelijkt bovendien zeer het zoeken naar de plaats
waar een bepaald onderwerp is behandeld.
N. D. Haasbroek
143