vernieuwing de ruilverkavelingsprocedure, die met zich medebrengt, dat slechts diegenen, wier rechten op onroerende zaken op de lijst van rechthebbenden en in de akte van toedeling zijn vermeld, na de ruilverkaveling nog als rechthebbenden op de onroerende zaken in het betreffende gebied worden erkend, en dat anderen te wier aanzien die vermelding om welke reden dan ook achterwege is gebleven, hun rechten verliezen. Voor de goede uitvoering van de ruilverkaveling is dit belangrijk, zo niet noodzakelijk. Men zie de toelichting op het ontwerp 1) Het ontwerp gaat minder ver. Het kent slechts bindende rechts kracht toe aan de door de vernieuwing vastgestelde gegevens ten aanzien van hen aan wie bij aangetekende brief mededeling is ge daan van de ter inzage-legging van de ingevolge de vernieuwings procedure opgemaakte lijst van rechthebbenden, vervaardigde ka dastrale kaarten en daaraan ten grondslag liggende bescheiden. Tegenover hen aan wie die mededeling niet is gedaan, worden de door de vernieuwing vastgestelde gegevens, dus de grenzen van de percelen en de op de lijst vermelde rechten en rechthebbenden slechts geacht vast te staan behoudens tegenbewijs. De commissie was nl. van oordeel dat de belangen van hen die niet door het zenden van de mededeling in de gelegenheid zijn gesteld om op te komen tegen het vermelden van rechten van anderen en tegen de vast stelling van de grenzen van de percelen zwaarder wegen, dan de belangen van de absolute zekerheid van de juistheid van de bij de vernieuwing vastgestelde gegevens, welke zekerheid recherche naar hetgeen vóór de vernieuwing is voorgevallen en behoud van de registers waarin dit is geregistreerd definitief overbodig zou maken. Het voorstel van de Staatscommissie is dus veel minder radicaal dan dat van de Commissie Hof. Een lid van de Staatscommissie, Mr. L. de Vries, vond echter het voorstel van het thans besproken ontwerp nog te ver gaan; hij wil de mogelijkheid van tegenbewijs ook openlaten aan hen, aan wie de zo juist bedoelde mededeling wel is toegezonden. Van dit standpunt gaf hij blijk in een minder heidsnota die aan het Rapport is toegevoegd als bijlage 5 2). Men kan het ontwerp dus zien als een compromis van datgene wat de Commissie Hof voorstond, en het standpunt van de steller van de minderheidsnota. Voordat ik aan de bespreking van de aan de vernieuwing gewijde bepalingen overga, merk ik nog op dat de in het ontwerp beoogde vernieuwingsprocedure niet strekt tot het opnieuw vaststellen van de op de verschillende percelen rustende hypotheken. Wel zal de vernieuwing tot gevolg hebben, dat ook tegenover de hypotheek houders de grenzen van de percelen waarop hun recht rust door de vernieuwing zullen komen vast te staan, voor zover zij de zo juist genoemde mededeling, die, voor zover zij bekend zijn, ook aan hen 211 J) P. 59 en 60 van het Rapport. 2) Zie Rapport, p. 70.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 13