215
voorzover zij voortdurend en zichtbaar zijn, en door herleving (art.
748) indien zij zichtbaar zijn, en die ondanks die zichtbaarheid en
voortduring toch nog bij de vernieuwing over het hoofd zouden
kunnen worden gezien of vergeten.
Indien er bezwaren tegen de ter inzage gelegde stukken zijn in
gediend, moet ingevolge het eerste lid van art. 24 van het ontwerp
de ambtenaar eerst trachten daaromtrent overeenstemming te ver
krijgen. Lukt dat, dan moet de ambtenaar dat ingevolge het tweede
lid van dat artikel vaststellen, en de daardoor vastgestelde recht
hebbenden in de openbare registers doen inschrijven, welke inschrij
ving hetzelfde gevolg heeft, als de inschrijving van de lijst van recht
hebbenden, waartegen geen bezwaren zijn ingebracht.
Slaagt de ambtenaar niet in het verkrijgen van overeenstemming,
dan zendt hij het proces-verbaal van het omtrent de bezwaren ver
handelde met een afschrift van de lijst van rechthebbenden en een
kopie van de kadastrale kaart en de daaraan ten grondslag liggende
bescheiden, voorzover deze betrekking hebben op de percelen die
bij de bezwaren zijn betrokken, aan de rechter-commissaris, die
ingevolge art. 25 tot taak heeft de opposanten en de op de lijst voor
komende belanghebbenden bij aangetekende brief op te roepen om
op een bepaald tijdstip voor hem te verschijnen. De rechter-com
missaris houdt dan een zitting die door de ambtenaar of diens plaats
vervanger wordt bijgewoond, en waarvan een proces-verbaal wordt
opgemaakt (art. 26). Zij die niet ter zitting zijn verschenen, worden
geacht hun bezwaren te hebben ingetrokken, tenzij zij binnen een
week na de zitting bij aangetekende brief aan de rechter-commissaris
hun niet-verschijnen door een beroep op overmacht rechtvaardigen
en deze overmacht binnen een door de rechter-commissaris te be
palen termijn aannemelijk weten te maken. Indien de rechter-com
missaris alsnog overeenstemming weet te verkrijgen, leidt deze tot
hetzelfde resultaat als waartoe de door de ambtenaar verkregen
overeenstemming zou hebben geleid (art. 27 lid 1). Partijen tussen
welke geen overeenstemming is verkregen worden, voorzover hun
geschil niet reeds aanhangig is, door de rechter-commissaris naar
een door hem te bepalen zitting van de rechtbank verwezen (art. 27
lid 2) op welke zitting de zaak, die door deze verwijzing, welke de
dagvaarding vervangt, "aanhangig is-gemaakt,- op de-gewone, wijze
wordt behandeld. Het vonnis heeft, zodra het kracht van gewijsde
heeft verkregen dezelfde werking als een proces-verbaal waaruit
overeenstemming blijkt (art. 28 lid 1 en 2). Lid 3 van art. 28 treft
nog enige voorzieningen om te voorkomen dat het vonnis ten eeuwi
gen dage voor vernietiging ingevolge verzet open blijft staan, en dus
van kracht van gewijsde verstoken blijft, of dat van een tijdig daar
tegen ingesteld beroep niet blijkt.
Over de in het vijfde hoofdstuk vervatte slot- en overgangsbe
palingen zal ik niet veel zeggen.
Art. 30 verplicht zakelijk gerechtigden en gebruikers van de grond
te gedogen dat hun gronden worden betreden of dat daarop metin-