gen of gravingen worden verricht of tekens worden gesteld ter uit voering van de taak van de Rijksdienst van het Kadaster, alles behoudens hun recht op schadevergoeding. Art. 32 van het ontwerp beoogt o.m. de artt. 1265-1268 van het Burgerlijk Wetboek te doen vervallen. De verplichtingen en ver antwoordelijkheden die deze bepalingen aan de bewaarders der hypotheken opleggen, zullen ingevolge de Kadasterwet op de Rijks dienst van het Kadaster komen te rusten en de Staat zal dienten gevolge in geval van fouten op de gewone wijze wegens onrechtma tige daad voor schadevergoeding kunnen worden aangesproken. Het zou mij te ver voeren dit uitvoerig te gaan uiteenzetten. Evenzo zullen ingevolge dat artikel vervallen de wetten van resp. 30 decem ber 1839 S. 58 en 28 februari 1947 S. H. 66. Art. 33 beoogt door enige wijzigingen de Wet op de Grondbelas ting van 26 mei 1870 S. 82 aan de Kadasterwet aan te passen. Het bovenstaande beoogt slechts enkele belangrijke punten uit het Verslag van de Staatscommissie, dat op 3 juli 1964 is uitge bracht, te geven. De Staatscommissie is inmiddels ontbonden, en de Staatssecretaris van Financiën heeft bij besluit van 21 oktober 1964 de publikatie van het rapport met bijlagen bevolen, die, gelijk gezegd, inmiddels is geschied. Moge deze publikatie er toe leiden dat velen, vooral van hen uit de kring van de lezers van dit tijd schrift, die door hun werkkring met deze materie vertrouwd zijn, er toe worden gebracht daarover opmerkingen of voorstellen tot verbetering te publiceren, opdat, zo de Kroon tot het indienen van een Regeringsontwerp van een Kadasterwet mocht besluiten, bij de redactie daarvan, en bij de behandeling daarvan in de Staten- Generaal, daarmede nog rekening kan worden gehouden. Prof. mr. P. DE HAAN, Fundament en perspectief van het Kadaster Het begint langzamerhand een goede gewoonte te worden, dat de Nederlandse Landmeetkundige Federatie haar jaarlijkse studiedag geheel of gedeeltelijk wijdt aan een juridisch onderwerp. Of het óók tot die goede gewoonte behoort, dat zij daarvoor telkens dezelfde sprekers uitnodigt, lijkt mij iets minder zeker. Verleden jaar hebben Prof. Polak en ik van gedachten kunnen wisselen over een balans van de bestaande Ruilverkavelingswet1). Vandaag betreft het een balans van de voorgestelde Kadasterwet en we moeten oppassen, dat wijzelf met al die balans overzichten niet uit de balans raken. 2l6 Hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft: (Voordracht gehouden op de studiedag van de N.L.F. op 7 mei 1965) Balans van de Ruilverkavelingswet, T. v. K. en L. juni 1964 en het Verslag van de studiedag, T. v. K. en L. augustus 1964.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 18