234
nog niet in dat degeen aan wie geleverd is, nu inderdaad de recht
verkrijgende is. Het register geeft geen antwoord op de vragen of
in een bepaald geval hij, die leverde, beschikkingsbevoegd was en
of de levering berustte op een geldige rechtstitel. Dit zijn zaken, die
door de belanghebbende zelf onderzocht moeten worden, wil hij
zich daaromtrent zekerheid verschaffenhet systeem is negatief. Dat
de voorkeur van de Nederlandse burger nog steeds uitgaat (ook
blijkens de enquête gehouden ten behoeve van de samenstelling van
het nieuwe B.W.) naar het negatieve stelsel van publiciteit, is
naar het voorkomt goeddeels toe te schrijven aan zijn vrijheidszin.
Overschakeling naar een meer positief systeem zou onherroepelijk
een grotere ambtelijke bemoeienis meebrengen, iets waar die vrij
heidslievende burger afwerend tegenover schijnt te staan. Hij wil
naar eigen believen over zijn eigendom beschikken, althans over
datgene wat hij als zijn eigendom beschouwt. Elke inmenging van
derden, die een beperking inhoudt van dat vrij beschikken, ziet hij
als een aanslag op zijn eigenaarsrechten, wat men in vele gevallen
kan vertalen met een aanslag op zijn persoon.
In feite ziet hij in de verplichte openbaarmaking reeds een vrij
heidsberoving. Zou het niet zo zijn, dat indien die inschrijving in de
openbare registers facultatief was gesteld, velen, zo niet de meesten,
met een grote boog om dat openbare register zouden heenlopen
Zou de belangstelling voor het systeem groter zijn indien het volle
diger was? Ik waag het te betwijfelen. Zelden of nooit hoort men
van de zijde der direct belanghebbenden (ontegenzeggelijk moet het
van algemeen belang worden geacht, dat een ieder in de gelegenheid
wordt gesteld na te gaan, welke mutaties zich in de rechtstoestand
m.b.t. onroerend goed hebben voorgedaan! klachten over de onvol
ledigheid der openbare registers. Worden die klachten vernomen,
dan komen ze nagenoeg altijd van de zijde van hen, die ijveren voor
een beter kadaster.
We menen te mogen stellen, dat de openbare registers een dubbele
functie hebben. In de eerste plaats wordt door de inschrijving in die
registers aan bepaalde in de ingeschreven akte geconstateerde
rechtshandelingen een gewild rechtsgevolg toegekendin de tweede
plaats kunnen die registers hen, die deelnemen aan het rechtsver
keer van onroerend goed, enige zekerheid verschaffen omtrent de
rechtstoestand van dat goed. Om echter van deze tweede functie
een effectief gebruik te kunnen maken, moeten die registers op een
eenvoudige wijze toegankelijk zijn, hetgeen de noodzakelijkheid
meebrengt die registers, die uiteindelijk bestaan uit in tijdsvolgorde
ingebonden afschriften van akten, van goede klappers te voorzien.
In het aanhouden van een klapper op naam (van de rechtsverkrij
ger) werd reeds in 1828 voorzien. Daarmee was echter de toegang
tot het openbare register niet geheel ontsloten; wist men de naam
van de eigenaar niet, dan viel het niet mee iets in die registers na te
gaan. Uitkomst, zij het slechts ten dele, bracht hier het kadaster.
Wat is dat kadaster in de zin van functie Bij zijn instelling was