RECHT EN ADMINISTRATIE
Prof. ill r. S. N. VAN OPSTALL,
Het rapport van de Staatscommissie in zake
het KadasterJ)
Zoals de lezers van dit tijdschrift wel bekend zal zijn, werd bij
Koninklijk Besluit d.d. 12 augustus 1957, nr. 35 een Staatscommissie
in zake het Kadaster ingesteld, aan welke werd opgedragen van
advies te dienen over:
1. de maatschappelijke functie die het kadaster dient te vervullen,
waarbij in het bijzonder aandacht ware te schenken aan de juri
dische en planologische betekenis van de kadastrale gegevens, be
nevens aan de wijze waarop deze gegevens het best kunnen worden
verkregen en bijgehouden;
2. de wenselijkheid van een wettelijke regeling betreffende het
kadaster, onder overlegging van een ontwerp van wet, voor het ge
val deze wenselijkheid naar het oordeel van de Staatscommissie is
komen vast te staan.
De Commissie stond onder voorzitterschap van Dr. M. J. Prin
sen, bij zijn benoeming nog Commissaris der Koningin in de provin
cie Noord-Holland, kandidaat-notaris, en telde als leden enige amb
tenaren ressorterende onder het Ministerie van Financiën, waaronder
enige bij uitstek deskundigen op het gebied waarover de Commissie
haar advies had uit te brengen, vertegenwoordigers van de Minis
teries van Volkshuisvesting en Nijverheid, Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, Verkeer en Waterstaat en Justitie, een ver
tegenwoordiger van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, een
van de Broederschap van Notarissen en een van de Vereniging van
Hypotheekbanken, een tweetal hoogleraren in de geodesie, en een
tweetal hoogleraren in de rechtsgeleerdheid, waaronder de schrijver
van dit artikel.
Het feit dat het gewone ambt of beroep van de verschillende leden
niet hetzelfde was, heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat vele
facetten van de taak van het kadaster en de mogelijkheden om die
naar behoren te vervullen goed naar voren zijn gekomen, al valt
niet te ontkennen dat de verschillende herkomst van de leden in den
beginne het voor sommigen van hen wel eens wat moeilijk maakte
Hoogleraar in het Nederlands Privaatrecht aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht:
1) Het onderstaande kan worden beschouwd als een uitwerking van de
aantekeningen die de schrijver heeft gemaakt voor het door hem op 10
december 1964 over dit onderwerp te Utrecht gehouden college voor af
gestudeerden.