en de Belemmeringenwet Landsverdediging in de administratie van de erfdienstbaarheden op te nemen. Anderzijds zal voor de bij houding van de administratie op de erfdienstbaarheden een terreinbezoek, zoals is voorgeschreven voor de aantekeningen die voortvloeien uit overschrijvingen van stukken die de zo juist genoemde wetten betreffen, niet gemist kunnen worden. Het ontwerp Kadasterwet geeft in artikel 1 o.m. aan wat inge volge deze wet moet worden verstaan onder de kadastrale aan duiding van appartementen en andere onroerende zaken. Ik teken hierbij aan dat met de aanduiding, gemeente, sectie, complexaanduiding en appartementsindex, nooit iets anders dan een appartement bedoeld kan zijn. Behalve de onroerende zaken met de aanduiding als geheel ka dastraal perceel, onder vermelding van de kadastrale gemeente, de sectie en het nummer, zijn er echter tal van deze zaken van welke de „kadastrale aanduiding" ontbreekt. Omgekeerd zijn er kadastrale aanduidingen waarin niemand een onroerende zaak kan herkennen. Mede in verband met het bepaalde in artikel 9 lid 1 letter a komt het mij gewenst voor een definitie te geven van een kadastraal per ceel. Artikel 2 letter b doet de vraag rijzen of de simpele verwijzing achter een perceel naar het deel en nummer van het openbaar re gister, zoals bijv. in het losbladig percelenregister van de erfdienst baarheden, wel het weergeven van een rechtstoestand genoemd mag worden. De hiervoor door mij gegeven beschouwingen zijn voor een deel bedoeld geweest als een inleiding op het bepaalde in artikel 8 letter a. De strekking van het bepaalde is, dat elk voorwerp van rechts handeling, genoemd in de ter inschrijving aangeboden bescheiden altijd, hetzij vóór, hetzij na de inschrijving, door een kadastrale aanduiding dus als een geheel perceel zal zijn, of worden gekenmerkt. Hierdoor wordt onmogelijk gemaakt de thans bij de toepassing van metingen in de metingsstaten gevolgde werkwijze, waarbij een kadastrale aanduiding van nieuw gevormde voorwerpen van zakelijk recht wordt verkregen door tot één perceel te verenigen: perceels gedeelten waarbij naar een deel en nummer wordt verwezen, met perceelsgedeelten die naar andere delen en nummers verwijzen en/of met perceelsgedeelten waarbij geen verwijzing behoeft te worden vermeld. Immers de eerst genoemde gedeelten zullen volgens het aangehaalde wetsartikel door gehele kadastrale percelen moeten worden aangeduid. Ik kan de wettelijke bepaling niet anders lezen. Bedenken wij dat in vrijwel elke metingsstaat verenigingen voor komen als hiervoor genoemd, dan zal een zeer aanzienlijke toename van het aantal in de kadastrale bescheiden op te nemen percelen moeten worden verwacht. Dit zijn dan ook nog percelen die voor het verkeer in onroerend goed van geen enkele betekenis zijn; zij duiden in feite onzichtbare en onzelfstandige gedeelten van onroerende zaken aan. 248

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 50