253 Vondeling voor zijn initiatief-ontwerp beroep gedaan op gegevens van de hypotheekkantoren Den Haag, Arnhem en Haarlem. Ook hier is het weer niet moeilijk voorbeelden te bedenken waar navol ging wenselijk zou zijn. Er is sinds enige jaren een hernieuwde be langstelling voor de erfpacht als exploitatievorm naast eigendom en pacht. Kennis van de omvang en de modaliteiten lijkt mij nuttig. In het ontwerp voor een nieuw B.W. wordt de grondrente geregeld (titel 5. 9). De toelichting vermeldt dat van dit recht slechts zelden gebruik wordt gemaakt. „Daar grondrenten echter nog steeds nu en dan worden gevestigd, heeft het ontwerp dit zakelijk recht be houden". Dit „nog steeds nu en dan" moet nagegaan kunnen wor den. Intussen zijn dergelijke vragen gemakkelijker gesteld dan beant woord. De moderne benadering door enquêtes, interviews en onder zoek veronderstelt de medewerking van de betrokkenen. Niet steeds kan die vlot worden gegevenhet kan zijn dat de organisatie er niet op berekend is. Maar dan is hier tevens een reden die organisatie te herzien. Ik meen dat het vorenstaande reeds voldoende de instelling van een Rijksdienst en een Kadasterraad rechtvaardigt. Tevens kan er uit volgen dat beide lichamen een zekere zelfstandigheid moeten bezitten. Het is niet langer verantwoord het kadaster als onderdeel van de belastingdienst te handhaven. Terecht wijst de commissie er op dat voorkomen moet worden dat de werkzaamheden van het kadaster te eenzijdig worden georiënteerd op die van de dienst waarvan het een onderdeel uitmaakt (p. 56) Met deze opmerking wil ik niet volstaan. Het lijkt mij nuttig de beide lichamen wat nader te bekijken. Doen we dit niet dan bestaat het gevaar dat zij aan de aandacht ontsnappen en óf ongewijzigd in een wet overgaan óf tijdens de parlementaire behandeling zodanig worden vervormd dat achteraf gegronde bezwaren te maken zijn. Ik begin met de Kadasterraad. 3. De Kadasterraad heeft tot taak de Minister belast met de zorg voor de zaken van de openbare registers en het kadaster desgevraagd of eigener beweging te adviseren omtrent vraagstukken verband houdende met de inhoud en de toepassing van de Kadasterwet en andere daarmede verwante aangelegenheden. De raad bestaat uit ëën voorzitter, een secretaris en tenminste 10 andere leden die door de Kroon worden benoemd en ontslagen. De taak, samenstelling en werkwijze van de raad worden bij algemene maatregel van bestuur geregeld. Deze algemene maatregel is ook door de commissie ont worpen. Ik meen dat de voorgestelde bepalingen aanvaardbaar zijn. Na tuurlijk kan men de samenstelling, zoals die in art. 2 van de a.m. v.b. is opgezet, ook anders regelen. Er zal wel worden voorgesteld Luidende: De Kadasterraad bestaat uit: a. een door ons aan te wijzen voorzitter;

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 55