255
4- De Rijksdienst heeft blijkens art. 2 tot taak: (a) het houden van
de openbare registers bestemd tot inschrijving van akten tot leve
ring van en vestiging van zakelijke rechten op onroerende zaken;
en (b) het vervaardigen en bijhouden van kadastrale kaarten, daar
aan ten grondslag liggende bescheiden en kadastrale registers, die
gezamenlijk de rechtstoestand en de gesteldheid van de onroerende
zaken volgens de bij de Rijksdienst bekende gegevens weergeven.
Dit moet dan geschieden „mede in het belang van de rechtszeker
heid" want er zijn, zoals de toelichting opmerkt, ook statistische,
fiscale en planologische doeleinden. Voorts lezen we dat de organi
satie van de Rijksdienst bij algemene maatregel van bestuur wordt
geregeld.
Ook met deze bepaling stem ik in beginsel gaarne in. Wel zullen
we ons moeten realiseren dat nog vele vragen open zijn. Twee daar
van wil ik hier aanstippen.
Bij welk departement zal de Rijksdienst moeten worden onder
gebracht Men mag verwachten dat daarover nog wel heel wat te
doen zal zijn. Voor het grootste deel zal de discussie zich achter de
schermen, d.w.z. binnen de departementen, afspelen. Zouden daar
bij alleen maar zakelijke argumenten meespreken dan lijkt mij de
keus niet moeilijk. We hebben hier te maken met een louter tech
nische, d.w.z. niet-politieke materie. Het is noodzakelijk dat dit zo
blijft en dat de registers en het kadaster niet worden meegetrokken
in de belangenstrijd die nu eenmaal steeds rond het onroerend goed
gaande is. Daarom komt eigenlijk alleen maar het Departement van
Justitie in aanmerking.
Waarin manifesteert zich het karakter van Rijksdienst Het ant
woord kan even eenvoudig als op zichzelf weinig zeggend zijn: in
een zekere zelfstandigheid. Willen we de gewenste maat van zelfstan
digheid vaststellen, dan zullen we bij de regelingen van en ervarin
gen met andere Rijksdiensten te rade kunnen gaan. Doen we dit,
dan wordt in elk geval wel duidelijk dat er alleszins reden is een eigen
Rijksdienst in het leven te roepen. De kenmerken die A. M. Donner
in zijn voortreffelijk Algemeen Deel van het Nederlands Bestuurs
recht geeft, zijn hier alle aanwezig. Er is bijzonderheid in de taak.
Deze taak brengt o.m. mee dat een studiedienst wordt ingesteld,
zoals door de commissie op p. terecht wordt aanbevolen. Er is
bijzonderheid in de organisatie, omdat heel duidelijk de nadruk valt
op samenwerking en coördinatie. Er is tenslotte bijzonderheid in
zoverre aan de taak „een aantal personen en goederen zijn toege-
ordend". Degenen die op het onderhavige gebied werkzaam zijn
onderscheiden zich van andere ambtenaren in verschillende opzich
ten. Ook voor wat betreft behuizing en hulpmiddelen stelt de dienst
eigen specifieke eisen.
Welke eisen dat zijn, kan ik niet beoordelen. Het is ook nog wel
prematuur de organisatie van de Rijksdienst uitvoerig te gaan be-
l) Uitgave 1962, p. 122-124.