ook niet uit andere bij de wet ingestelde openbare registers of uit wettelijk voorgeschreven openbare bekendmakingen hadden kunnen kennenDoor deze bepaling komt vast te staan dat een daartoe door de Minister aangewezen bescheid voor inschrijving vatbaar kan worden en daardoor onder de toepassing van art. 3.1.2.7 kan komen te vallen. Van groter belang is, als ik wel zie, art. 8 van het Ontwerp, dat de Rijksdienst de bevoegdheid zal geven een inschrijving te weigeren indien het in te schrijven bescheid de onroerende zaken niet met hun kadastrale aanduiding waaronder ingevolge art. 1. van het ont werp voor zover het niet gaat over een appartement, moet worden verstaan de aanduiding als geheel kadastraal perceel, onder vermel ding van de kadastrale gemeente, de sectie en het nummer ver meldt. Dit levert natuurlijk moeilijkheden op, indien de inschrijving zou moeten geschieden van de overdracht van een stuk grond dat als gedeelte van een bestaand kadastraal perceel is verkocht en vóór dat dit tot een nieuw geheel kadastraal perceel in de kadastrale administratie is verwerkt. Het is niet de bedoeling van het ontwerp deze mogelijkheid uit te sluiten, en het artikel bepaalt dan ook dat in plaats van de kadastrale aanduiding als geheel perceel mag treden een omschrijving van de onroerende zaken, mits met toevoeging van de bepaling dat de door de Rijksdienst aan deze zaken te geven kadastrale aanduiding voor die omschrijving in de plaats zal tre den 2). De hier bedoelde omschrijving zal wel niet geheel van kadas trale aanduidingen gespeend kunnen zijn, want naast het ontworpen artikel 8 zal blijven gelden het tweede lid van art. 37 van de Wet op het Notarisambt, dat aanduiding met genoemde kadastrale ken merken voorschrijft, en dit zal er in de praktijk wel toe moeten lei den, dat de omschrijving wel zal moeten luiden in de geest van „het gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente sectie nummer begrensd als volgt", enz. Na de inschrijving van de aldus geredigeerde akte, zal de land meter de grens op het terrein vaststellen eventueel aan de hand van verklaringen van partijen, de nodige metingen doen, waarna in de administratie van het kadaster het perceelsgedeelte waarop de in schrijving hetrekking heeft tot een nieuw geheel kadastraal perceel kan worden gemaakt, en alFzödamglcaTrworderraangedaid^Hier door hoopt men in de toekomst vele grensgeschillen te voorkomen. Mocht een van de partijen oordelen dat de grenzen van dat nieuwe kadastrale perceel niet juist zijn getrokken, dan kan hij daartegen opkomen ingevolge het straks te bespreken art. 15 en zelfs een rechterlijke beslissing hierover uitlokken. Uitdrukkelijk geeft het artikel aan de Rijksdienst de bevoegdheid tot weigering van de inschrijving wanneer deze niet voldoet aan bepaalde in art. 5 van het ontwerp gestelde eisen, of aan de eisen 207 1) Men vergelijke hierbij artt. 3.1.2.1 en 3.1.2.2 van het ontwerp voor het nieuwe B W. 2) Zie Rapport, p. 25 en toelichting p. 62 en 63.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 9