2Q9
op de „moederperceelkaarten" geplaatste aantekeningen onver
anderd, overgenomen. D.w.z. met vermelding van de oude (vervallen)
perceelnummers. Bij verdere vernummering der nieuwe percelen
wordt dit consequent voortgezet. Dit heeft ten doel het „gebied"
van de erfdienstbaarheid te „lokaliseren". Of deze voor een bepaald
perceel, op welks kaart men zo'n aantekening vindt, geldt, is dus
zonder meer niet uit te maken. De aantekening geeft alleen een
indicatie dat er een erfdienstbaarheid is geweest voor het „gebied"
waarin het huidige perceel ligt (of dat in het huidige perceel ligt).
Voor nauwkeurig onderzoek kan men altijd nog de hulpkaart van
het tegenwoordige perceel vergelijken met die van het perceel in
de titel van vestiging der erfdienstbaarheid genoemd.
Het is de bedoeling dat in het Losbladig register, dat een, zij
het onvolledig, percelenregister is, al de in deze paragraaf behan
delde akten (erfdienstbaarheden, B.P., enz.) bij de percelen in
kwestie worden vermeld. Dus zowel bij het heersend als bij het
lijdend erf. Ook wanneer de erfdienstbaarheid gevestigd wordt bij
overdracht van het laatste.
Aantekeningen m.b.t. opschortende of ontbindende voorwaarde. Een
perceel dat onder opschortende voorwaarde wordt vervreemd, wordt
voorlopig niet overgeboekt naar het artikel van de verkrijger. Dat
geschiedt pas na vervulling van die voorwaarde (I.K., art. 492, lid
1). Wél wordt op de onderhavige perceelkaart de aantekening
gesteld: „onder opschortende voorwaarde overgedragen aan.
met vermelding van deel en nummer van het overschrijvings-
register. Tevens wordt voor de „verkrijger in spe" (zo hij er nog
geen had), een artikelkaart aangelegd. Deze is voorlopig alleen maar
naam wij zerkaart. Door middel van een „zie-verwijzing" wordt
verwezen naar het artikel van de vervreemder, en door een extra
verwijzing naar het volgnummer van de desbetreffende perceelregel
op diens artikelkaart, en daardoor naar de onderhavige perceelkaart
(hoe we die vinden blijkt verderop). Had de „verkrijger" wel al
een artikelkaart, dan wordt daarop een nieuwe „zie"-, c.q. „zie
ook"-verwijzing aangebracht. Is de voorwaarde vervuld, dan wordt
het perceel overgeboekt, d.w.z. de perceelkaart verplaatst en nog
enkele handelingen verricht (zie verderop bij „Bijhouding").
Kan de voorwaarde niet worden vervuld, dan wordt, uiteraard,
niet overgeboekt. De aantekeningen worden doorgehaald en de
eventueel aangelegde artikelkaart voor de „verkrijger in spe"
verwijderd. Had deze al een artikelkaart, dan behoudt hij deze
natuurlijk, maar dan worden daarop de in verband met de eventuele
verkrijging aangebrachte aantekeningen doorgehaald.
Is een perceel verkregen onder ontbindende voorwaarde, dan
wordt het wél overgeboekt, maar op de onderhavige perceelkaart
wordt de aantekening gesteld: „verkregen onder ontbindende
voorwaarde", met vermelding van deel en nummer van het over-
schrijvingsregister. Daar een ontbindende voorwaarde niet verjaart
(de heer Joosten geeft in zijn artikel in dit Tijdschrift, Jaargang 80,