naam van de woonplaats der zakelijk gerechtigden voor, op de artikelkaarten ontbreekt ook dit gegeven. Natuurlijk zou het wel gemakkelijk zijn als altijd en overal het volledig adres van alle gerechtigden werd vermeld. Bijv. voor de stemmingsvoorbereiding van een Ruilverkaveling. Want daarbij moeten alle „kadastrale eigenaren", in de uitgebreide zin die de Ruilverkavelingswet aan dit begrip hecht, worden in kennis gesteld, opgeroepen, enz. Ook de voornoemde inspecteur heeft belangstelling voor deze gegevens. Art. 582 I.K. zegt: „op de formulieren nr. 93a worden vermeld zo mogelijk het adres van de mede-eigenaren, en van de perso nen, of lichamen, die op andere wijze dan door mede-eigendom in het onroerend goed zijn gerechtigd Bewust heeft echter de heer Joosten hiervan afgezien. In de eerste plaats om de bijhou ding te vereenvoudigen. Adresveranderingen behoren tot de, ten aanzien van personen, meest voorkomende mutaties. Brengt men het volledig adres én op de artikelkaarten, én op de tenaamstellings- kaarten, én op de totaalkaarten bij iedereen aan, dan is men, in de meeste gevallen, gedoemd het bij verandering op drie plaatsen te wijzigen. D.w.z. als men überhaupt achter die adreswijzigingen komt. Maar, en dit is het tweede motief om de volledige adresver melding slechts tot de totaalkaarten te beperken, dat is niet het geval. Men zou immers aan die volledige adressen, altijd en overal bij iedereen, alleen iets hebben, als ze ook steeds „bij" waren. Alleen echter van hen aan wie een aanslagbiljet in de Grondbelasting wordt gestuurd (dat zijn dus nog niet eens allen wier naam op een totaal- kaart voorkomt!), ontvangt het kadaster min of meer automatisch, via de Ontvanger der belastingen, door middel van het form. Grond belasting nr. 21a, een opgave van adresmutaties (I.K., art. 601). Het is natuurlijk niet ondenkbaar dat het kadaster via één of andere nog te scheppen schakel met de Bevolkingsboekhouding in de toekomst automatisch bericht krijgt omtrent alle mutaties, ook bijv. in burgerlijke staat, die van belang zijn t.a.v. de bij zijn Bewaringen op de één of andere manier geboekte personen. Men zou daartoe over een centrale naamwijzer moeten beschikken waar men van alle mutaties in de bevolkingsboekhouding een opgave zou moeten ontvangen en verwerken, door die, voorzover ze voor een bepaalde bewaring (of bewaringen) van belang zijn, aan deze door te geven. E. De rangschikking der kaarten. De perceelkaarten worden eerst geordend per burgerlijke gemeente, en voorts naar opklimmend artikelnummer. Ze worden eventueel weer ondergesorteerd op de aan het artikelnummer voorafgaande letter(s). Eerst komen dus de kaarten met een artikelnummer zonder letter. Verdere onder verdeling per artikel vindt plaats naar kadastrale gemeente, sectie, en perceelnummer (c.q. appartementsnummer). De totaalkaarten worden als een soort „leikaarten" voor een serie van tot één artikel behorende (en onder één burgerlijke gemeente ressorterende) per- 303

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 33