ment) index. In de kolom „doorgehaald bij" wordt niet naar een
post uit de staat nr. 73 verwezen, maar rechtstreeks naar deel en
nummer van het overschrijvingsregister. Naar het stuk dus dat de
overgang van het perceel, dus de doorhaling bij de vervreemder,
bewerkstelligde. M.m. een verwijzing naar het Reg. Registr. nr. 51.
Zoals bekend zal zijn worden mutaties voortvloeiend uit het
Reg. Registr. nr. 51 lang niet altijd terstond toegepast. En wel
omdat heel dikwijls voor het einde van het lopende dienstjaar een
scheidingsakte binnenkomt en kan worden toegepast (I.K., art.
538, lid 2). Wordt zo'n mutatie tengevolge van het binnenkomen
van het Reg. Registr. nr. 51 inderdaad niet meteen toegepast, dan
wordt wél onmiddellijk op de tenaamstellingskaart(en) van het (de)
artikel(en) waarop het (de) in de successie betrokken perce(e)l(en)
is (zijn) geboekt, vóór de naam van de overledene, verwezen naar
dienstjaar en volgnummer van de onderhavige post uit dit register.
Is aan het einde van het dienstjaar de bovenbedoelde scheidingsakte
echter niet binnen gekomen, dan moet men handelen als boven
beschreven, m.a.w. „overboeken". En wel door verwijzing naar
dienstjaar en volgnummer van het Reg. Registr. nr. 51 (in „door
gehaald bij") op de artikelkaart van de overledene, en verdere
handelingen als bij normale eigendomsovergangen t.g.v. over
geschreven akten.
Hierna volgt het boeken, of bijboeken, van het perceel in kwestie
op de artikelkaart van de verkrijger. Hierop ontvangt het meteen
een volgnummer.
Op een „overgeboekte" perceelkaart wordt nu het eerst-beschik-
bare groepje lege hokjes: letter (indien nodig)-artikel-volgnummer
gebruikt ter notering van het artikel van de verkrijger en het volg
nummer dat het perceel op diens artikelkaart heeft gekregen. Daar
na wordt zijn totaalkaart bijgewerkt en wederom een post in de
proefstaat opgenomen. Tenslotte wordt de perceelkaart op de
onder Hoofdstuk VI, par. E, beschreven wijze, bij de verzameling
perceelkaart en (achter de totaalkaart van de verkrijger), opge
borgen.
Men ziet dat in dit systeem de „overboekingen" in wezen neer
komen op „verplaatsingen" (c.q. de „boekingen" op „plaatsingen")
van perceelkaarten. De (over)boekingen op de artikelkaart en
beperken zich tot zulke eenvoudige handelingen dat ze nauwelijks
met het woord „(over)boekingen" behoeven te worden aangeduid.
Dit is de reden waarom, zoals al eerder werd opgemerkt, de per
ceelsvermeldingen op de artikelkaart en zo eenvoudig mogelijk
worden gehouden, en zich beperken tot vermeldingen tout court.
Dit zo eenvoudig mogelijk houden van onvermijdelijke admini
stratieve handelingen bij het verwerken van wijzigingen in de
eigendomstoestand, dat evenzeer een kenmerk van het systeem
Joosten is, komt ook tot uiting in de behandeling en boeking van
„gedeeltelijke percelen", die in een volgende paragraaf aan de
orde komt.
313