314 C. Gedeeltelijke percelen. Posten Reg. nr. 9. Moeten één of meer gedeelten van een perceel op een andere naam (dus op een ander artikel), worden overgeboekt, dan kan deze overboeking gewoonlijk niet terstond geschieden, omdat zij door opmeting van het (de) bedoelde gedeelte(n) moet worden voorafgegaan. Daartoe vindt boeking van het (de) in de opmeting betrokken perce(e)l(en) in een post van het Reg. nr. 9 plaats. Dat gebeurt in het huidige stelsel, en dat gebeurt ook in het systeem Joosten. Dit verschilt hierin niet van het huidige. Wél verschillend van de tegenwoordige werkwijze is de manier waarop in het nieuwe systeem „posten Reg. 9" en „ged. perc." in de kadastrale boekhouding worden aangetekend. Voor het huidige stelsel vindt men de te volgen werkwijze voorgeschreven in de artikelen 565 en volgende van de I.K. In het nieuwe stelsel is de werkwijze als volgt. Op de perceelkaart van het te splitsen perceel („moederperceel") wordt in de kolom „vervreemd bij reg. 9 volgnr." verwezen naar de onderhavige post(en) uit het Reg. nr. 9, en in de kolom „verwijzing naar art. waarop ged. v.h. perc. is overgeboekt", naar het artikel van de verkrijger. In het huidige systeem wordt de eerste verwijzing uiteraard wél terstond aangebracht, doch de tweede pas na de splitsing van de belastbare opbrengst van het moederperceel, en dan nog slechts in potlood (I.K., art. 565, lid 5, en art. 571, lid 1). Net als bij de overboeking van gehele percelen kan de verkrijger wel al een artikel hebben, of nog niet. De daar ten aanzien van dit verschil ten beste gegeven beschouwingen gelden ook thans. Zij behoeven dus hier niet te worden herhaald. Belangrijker is dat in het nieuwe systeem, en dat is een princi pieel verschil met het huidige, op de artikelkaart van de verkrijger geen per ceelnummer (s) met de toevoeging ged. wordt (worden) vermeld, maar de posten van het Reg. 9 (met de naam van de ge meente). En wel onder toekenning van een volgnummer. Naar dit volgnummer wordt bij de verwijzing naar het art. enz., op de perceelkaart van het „moederperceel" mede verwezen. Zie voor de artikelkaart van de verkrijger, met een vermelding van een post Reg. 9, afb. 14. N.B. Op de artikelkaart van de vervreemder wordt bij het onderhavige perceel voorlopig niets gezet. Tegelijk hiermee wordt een bijzondere perceelkaart aangelegd, waarop evenmin een perceelnummer wordt genoteerd, maar waarop ook alleen maar de post van het Reg. 9 wordt vermeld (zie afb. 15). Deze kaart wordt na de eventueel reeds aanwezige perceelkaarten van de verkrijger geplaatst. Het voordeel van deze werkwijze, vergeleken bij de huidige, zit in twee punten 1. Verwerft één verkrijger bij één akte, op grond waarvan dus normaliter één post reg. 9 wordt „geopend", gedeelten van n, al of niet op verschillende (legger) artikelen geboekte percelen, dan moet in het huidige stelsel elk perceelsgedeelte op het leggerartikel van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 44