De „titels" die in het Reg. nr. 71a moeten worden vermeld, worden, zoals reeds werd meegedeeld, uit de staten nr. 75 overgenomen, en bij de „gewone" overboekingen, via staten nr. 73, uit die staten. Eventuele aantekeningen voorkomend op gelichte perceelkaarten, moeten, voordat deze weggedaan kunnen worden, op de nieuwe kaarten worden overgenomen. Zie Hoofdstuk II (ongeveer op twee derde) en Hoofdstuk VI, par. B. Wat de thans gebruikelijke „oude stand" (Kad. form. nr. 75b) betreft, zou men, al meteen, bij invoe ring van het nieuwe stelsel, van lichtdrukken van tot vervallen gedoemde perceelkaarten kunnen profiteren. Dat voorkomt althans beperkt (in de staat zelf zou men weer wel de linkerkant volledig moeten blijven uitschrijven) weer het daardoor overbodig geworden overschrijven van gegevens uit de boekhouding, met al zijn neven verschijnselen als de kans op foutenmaken, en de noodzaak tot collationeren. Inplaats van kennisgevingen van nu (Kad. form. nr. 79), zou men kopieën van tenaamstellingskaarten, perceelkaarten en totaal- kaarten aan betrokkenen kunnen sturen. In de eerste plaats zou men belanghebbenden zodoende veel vollediger inlichten dan thans door middel van de form. 79 geschiedt. In de tweede plaats zou men weer minder behoeven over te schrijven. Zelfs het schrijven van adressen zou overbodig worden, als men vensterenveloppen toe paste en de (kopie van de) totaalkaart voor het adres gebruikte. Het is mij bekend dat de heer Joosten wel eens het denkbeeld heeft geopperd alle mutatieformulieren (staten nr. 73, nr. 75, Reg. Registr. nr. 51, de proefstaat, en zelfs het form. Grondbel. nr. 21a) tot één formulier te verenigen. In verband met de invoering van het door hem ontworpen nieuwe stelsel zou zulks nog zinvoller worden, hoewel het denkbeeld op zichzelf, ook zonder dat het nieuwe systeem werd ingevoerd, reeds de moeite van het overwegen en bestuderen waard is. XI. Appartementen De werkwijze t.a.v. appartementen is in het systeem Joosten in beginsel niet anders dan in het huidige. Slechts de wijze van boe ken is uiteraard weer wél anders. We brengen eerst even in herinne ring hoe de procedure in het huidige stelsel verloopt. Is men voornemens een onroerend goed in appartementen te splitsen, dan moet voor dit goed eerst een complexaanduiding worden vastgesteld. Men dient een daartoe strekkende aanvrage bij de Hypotheekbewaarder in, waarbij een tekening van het gebouw, en aanhorigheden, verrezen op het onroerend goed dat men in appartementen wil splitsen, wordt overgelegd. De appartementen zijn daarop met indices aangeduid. Dat gebouw is essentieel, het moet er staan. De aanvrage wordt, met de tekening, doorgegeven aan de land meter van het kadaster. Deze beoordeelt de tekening op bepaalde eisen, die hier niet ter zake doen. Wél ter zake is dat hij de complex- 320

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 50