aanduiding moet vast stellen. Dat is: het voor het in de voorge
nomen splitsing in appartementen begrepen onroerend goed door
hem te geven complexnummer, gevolgd door een A. Dit moet
geschieden via een staat nr. 75, in dit geval een spoedstaat. Het
bovenbedoelde onroerend goed kan één of meer kadastrale percelen
beslaan. Het moeten wél gehele percelen zijn.
Het complexnummer is gewoon het „nieuwste perceelnummer"
uit een bepaalde sectie (I.K., art. 229, lid 1). Het wordt door de
landmeter, zoals elk nieuw perceelnummer, aan de „rechterkant"
van de bovenbedoelde spoedstaat nr. 75 geschreven. Aan de „lin
kerkant" worden de in de voorgenomen splitsing in appartementen
betrokken percelen vermeld. Dat is de kant van de „oude" percelen.
Alleen: deze oude percelen vervallen niet! Tevens worden in de
spoedstaat nr. 75 aan de rechterkant de appartementsnummers
opgenomen. Dat zijn de nummers die ontstaan door aan de complex
aanduiding (complexnummer met een A) de indices van de apparte
menten toe te voegen.
De appartementsnummers worden, als „perceelnummers", inge
schreven in het Reg. nr. 71 (nieuw: 71a). In kolom 7 van dit register
(nummers der vervallen percelen waaruit, enz.) wordt bij de appar
tementsnummers verwezen naar de betrokken post uit de onder
havige spoedstaat nr. 75. In feite zijn er immers geen percelen
vervallen! Bij de in de splitsing betrokken percelen wordt in de
legger deze verwijzing eveneens gesteld. Pas na dat de toekomstige
appartementen aldus een kadastrale aanduiding ontvangen hebben,
kan er een akte van splitsing van het onroerend goed in kwestie
in de bedoelde appartementen worden opgemaakt. Zie B.W., art.
Ö38f, sub 30: „De akte van splitsing moet, op straffe van nietigheid,
inhouden: de kadastrale aandtdding van de appartementen". Deze
akte wordt op de normale wijze overgeschreven en behandeld, d.w.z.
uitgetrokken in een staat nr. 73. Daarin worden zowel de in de
splitsing betrokken percelen genoemd, als de bij bovengenoemde
spoedstaat nr. 75 ontstane appartementsnummers. De in de
splitsing betrokken percelen worden vervolgens van het artikel
waarop ze voorkomen, overgebracht naar een „complexartikel".
Op zo'n artikel komt in het hoofd geen tenaamstelling voor. Zie
I.K., art. 25. Indien echter een „Vereniging van Eigenaren" is
opgericht (B.W., art. 638g, derde lid, onder 10), wordt dit terzijde
van het hoofd van het complexartikel aangetekend, door daar de
naam van zo'n vereniging, alsmede de plaats harer vestiging te
vermelden (I.K., art. 606, lid 7).
Het complexartikel bevat, behalve de overgeboekte in de apparte
mentssplitsing betrokken percelen, tevens de gevormde apparte
mentsnummers (complexnummer+A+index). Zie I.K., art. 606,
lid 5. Het geeft dus het administratieve verband tussen apparte
mentsnummers en „onderliggende" percelen. Dat is nodig omdat
men anders de „ligging" van een appartement niet zou kunnen
bepalen. Want wél wordt dit laatste in het Reg. nr. 71 opgenomen,
321