maar het kan niet op een plan worden afgebeeld. Wel staat(n) daar natuurlijk het (de) in de appartementssplitsing betrokken perce(e)l- (en) op, met het daarop verrezen gebouw, dat (die) men in de be doelde appartementen wil splitsen. In het Reg. nr. 71 komen nu zowel de in de appartements splitsing betrokken percelen voor, als de appartementen zelf. De laatste worden immers in dit register geboekt alsof het percelen waren. Het artikel waarop de in de appartementssplitsing betrokken percelen zijn geboekt, is nu het complexartikel geworden. Daarnaar wordt dus bij de percelen in kwestie verwezen. Het is overigens een gewoon artikel, met een artikelnummer. Voor elke appartements splitsing wordt een apart complexartikel geopend. De apparte menten worden daarna, ook weer via de staat nr. 73, van het complexartikel geboekt, op de artikelen van hun respectieve eigenaren. Zo'n artikel heet voortaan een „appartementsartikel". Er moet minstens één appartement op geboekt staan. Verder kunnen er ook (gewone) kadastrale percelen op voorkomen (I.K., art. 26). Naar zo'n artikel wordt bij de in het Reg. nr. 71, op grond van art. 23, lid 2, van de I.K., geboekte appartementen verwezen en daarvoor naar het nummer van het complexartikel (I.K., art. 606, lid 6). Zoekt men zo'n appartement in het Reg. nr. 71 op, dan vindt men dus het nummer van het artikel waarop het geboekt staat (en daar door de naam van de eigenaar) en het nummer van het complex artikel waarop het tevens voorkomt. Daardoor komt men, zoals boven werd uiteengezet, te weten „op" of „in" welk(e) kadas- tra(a)l(e) perce(e)l(en) zo'n appartement „ligt", en tevens of er een „Vereniging van Eigenaren" t.a.v. zo'n appartement bestaat, en, zo ja, hoe deze heet, en waar ze gevestigd is. Het complexartikel is dus een zeer wezenlijke en onontbeerlijke schakel, nodig om van percelen tot appartementen te komen. Dit is, enigszins schematisch, de huidige gang van zaken. In werkelijkheid worden bijv. de appartementsnummers in het Reg. nr. 71 eerst in potlood en pas later in inkt gezet (omdat ze eerder officieel nog niet bestaan!), enz. Zie verder I.K., artt. 228-233 en 604-617. In grote trekken is de werkwijze in het systeem Joosten dezelfde als boven beschreven. Toch zijn er enige karakteristieke verschillen. De „splitsingsspoedstaat" wordt ook in dit systeem opgemaakt om het complexnummer van de in de voorgenomen splitsing betrokken percelen vast te stellen. Op de desbetreffende perceelkaarten wordt in de kolom „aantekeningen" naar deze staat verwezen. (N.B. Hier is bedoeld de kolom „aantekeningen" in het middendeel van de perceelkaart, niet het vak „Aantekeningen m.b.t. apparte menten". Dat vak komt nog ter sprake.) Deze „verwijzing" op die plaats is logisch. In het huidige stelsel wordt zij in de legger bij de percelen geplaatst. Ook de overbrenging van in een appartements splitsing betrokken percelen naar een complexartikel wordt onver minderd gehandhaafd. Maar nu komen principiële verschillen met 322

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 52