328
worden opgenomen. Men heeft dit verzuimd, doch blijkens een
Arrest van de Hoge Raad hebben alle rechten van huurcerter toch
een zakelijk karakter gekregen, op grond van het feit dat ze reeds
bestonden vóór de invoering van ons B.W.
Het enigszins „deftige" woord voor het Recht van Huurcerter
is naderhand vervangen door het woord „Stadsmeierrecht". Deze
rechten hebben dus dezelfde betekenis.
Zowel bij de Beklemde Meier, als bij vorengenoemde Rechten
van Huurcerter en het Stadsmeierrecht, wordt steeds de blote
eigenaar vermeld" (mededeling verstrekt in overleg met Ir. H. H.
Groot, die een scriptie aan bovenbedoelde rechten wijdde).
Administratief leveren deze rechten dus geen moeilijkheid op.
Op de tenaamstellingskaarten is voldoende ruimte om, in voor
komende gevallen, onder de woorden „Beklemde meier", de woorden
„Houder van het Recht van Huurcerter" (c.q. van het Stadsmeier
recht) of „Stadsmeier" te tikken.
XV. Gebruik en raadpleging
Tot nu toe is voornamelijk gesproken over uitgangspunten en
uitwerking, opzet en inrichting van het nieuwe systeem. Maar een
boekhouding, dus ook het nieuwe systeem, moet in de eerste plaats
gebruikt en geraadpleegd kunnen worden. Ofschoon de heer Mottier
hierover meer bevoegd is te spreken dan ik, wil ik er hier toch een
enkel woord over zeggen.
Daar het nieuwe stelsel een kaartsysteem is, moet men met
raadpleging door het publiek, en zelfs door personeel, voorzichtig
zijn. Het behoud van de voorgeschreven, goede, volgorde der
kaarten is een essentiële voorwaarde voor de toegankelijkheid
en de betrouwbaarheid van het door hen gevormde systeem. Dat
is al eerder ingezien. En wel n.a.v. de Algemene Naamwijzer die
ook in het huidige stelsel een kaartsysteem vormt. Getuige art.
518 I.K., waarin staat: „Aan elke bewaring wordt één persoon
belast met de zorg van de bijhouding van de algemene naamwijzer.
Alleen deze persoon mag de kaarten hanteren". Dit is inderdaad hét
middel om een kaartsysteem in onberispelijke vorm te houden.
Men moet dus m.i. noch aan het publiek noch aan het personeel
kaarten in handen geven, doch slechts kopieën (lichtdrukken).
„Inzage" heeft toch bijna steeds tot doel iets uit het ingeziene over
te nemen. Welnu, degene die zoiets wenst is meer gebaat bij een
(uiteraard foutloze foto)kopie, dan bij zijn eigen notities. Een
„extract legger" („extract boekhouding" zal het wel moeten wor
den!), moet natuurlijk al evenzeer uit kopieën bestaan van de kaar
ten die de gevraagde inlichtingen bevatten. Men zal dus veel en
vaak moeten fotokopiëren. Naar mij werd meegedeeld heeft de
thans in Zierikzee daarvoor in gebruik zijnde apparatuur een
capaciteit van 350 kaarten per uur.
Men zal natuurlijk niet meer één persoon met de hantering der
kaarten kunnen belasten, zoals thans voor de Algemene Naamwijzer