1
334
Bijzondere aandacht wordt, ook in de volgende hoofdstukken,
besteed aan de instelling van de beëindigingsregeling, die haar
gelden put uit de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds,
waardoor voor oudere boeren (55 jaar) van onrendabele bedrijven
op aantrekkelijke wijze terugtrekking uit de landbouw kan plaats
hebben. Tot nu toe is de ontwikkeling niet zo bevredigend, maar
door het stellen van andere normen hoopt men tot betere resultaten
te komen.
De gevolgen van het verlenen van bijstand door het Europees
Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (op 18 maart in
werking getreden) worden uitvoerig behandeld.
De belangstelling voor de ruilverkavelingsovereenkomsten blijft
toenemen. Het zal vooral de ruilveikavelingslandmeter genoegen
doen, dat het weer mogelijk is volgens de ,,oude" methode te kunnen
schatten. Vooral ook in de provinciale verslagen wordt aandacht
besteed aan de recreatieve voorzieningen die in de ruilverkavelingen
worden uitgevoerd.
Ik moge volstaan met dit korte overzicht over de inhoud van het
eerste hoofdstuk, waarmee ik hoop de belangstelling van de buiten
staanders te hebben geprikkeld om het jaarverslag in zijn geheel
te bestuderen. In de andere hoofdstukken zal hij dan tal van inte
ressante details t.a.v. uitvoering, rechterlijke uitspraken, recreatie,
enz. kunnen vinden.
De verzorging van het verslag laat niets te wensen over. Dia
grammen en foto's lichten de tekst voortreffelijk toe. Als enig
(klein) bezwaar zou ik willen aanroeren dat de voorstelling van de
oppervlakten ruilverkavelingen in de diagrammen op blz. 16 en
blz. 18 bij het jaar i960 begint, waardoor het beeld van de totale
ontwikkeling van de ruilverkaveling ontbreekt.
Kennisneming van dit Jaarverslag wordt ook nu van harte
aanbevolen.
Prof. ir. G. F. Witt
Ir. P. D. Krijger en Ir. R. Maris, Cultuurtechniek. 3e druk,
190 blz., 14x21 cm. Uitgeverij J. B. Wolters, Groningen 1964.
Na hetgeen we in het Tijdschrift van juni 1959 over de ie druk
schreven, kunnen we thans over de 3e druk kort zijn. Het feit, dat
in vijf jaar tijds de 3e druk noodzakelijk is, wijst er reeds op dat
het boekje voldoet. En terecht. Ook deze 3e druk is uitstekend
verzorgd, voorzien van goede foto's en aangepast aan de nieuwste
opvattingen op het gebied der cultuurtechniek. Speciaal hoofdstuk
VII Ruilverkaveling moest op verschillende punten worden
aangevuld en geeft de lezer in beknopte vorm een goed overzicht
van de huidige mogelijkheden van een ruilverkaveling.
De schrijvers bewaren ondanks de resultaten van de laatste
jaren hun optimisme t.a.v. het gereedkomen der blokken. Uit
69 blijkt dat in de periode 1955-1963 per jaar gemiddeld 35 000 ha