336 roept echter problemen op met betrekking tot de verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid van de deelnemers. De Commissie acht het daarom gewenst in elk land afzonderlijk uniforme gedragsregels op te stellen en deze vast te leggen in een beroepscode, waarvoor de reeds in Italië bestaande als model zou kunnen dienen. Studiegroep ib: In artikel 55 van het Verdrag van Rome wordt gesproken over het recht van vrije vestiging van beoefenaren van vrije beroepen in de zes E.E.G.- landen. Aangezien in België, Frankrijk, Duitsland en Italië ook landmeters tot de beoefenaren van vrije beroepen worden gerekend, was het noodzakelijk zich over dit onderwerp te beraden, met betrekking tot het treffen van al of niet beperkende maatregelen. Een comité van landmeters uit de zes E.E.G.- landen heeft daartoe een onderzoek ingesteld. Het resultaat van dit onder zoek is vastgelegd in een samenvattend rapport, waarin tevens een aantal wensen werd uitgesproken. Commissie 1 heeft zich met de inhoud van dit rapport geheel kunnen ver enigen en heeft de wensen volledig overgenomen. Deze wensen luiden Er moet worden gestreefd naar de instelling van een uniforme basis opleiding van 3 jaar, die zou moeten worden gevolgd door een stage periode van 2 jaar. Specialisatie in bijv. fotogrammetrie, ruilverkaveling e.d. kan hierna plaatshebben. Indien „noodgedwongen" (zie studiegroep ia) tot samenwerking met collega's in de vorm van bijv. ingenieursbureaus wordt besloten, is het gewenst alleen „gekwalificeerde" geodeten hiertoe het recht te geven. Dit zou betekenen dat in Frankrijk alleen leden van de Ordre National hiertoe gerechtigd zouden zijn; bij het ontbreken van een dergelijke in stelling zou kunnen worden volstaan met het bewijs van het bezitten van het diploma. Het recht van vrije beroepsuitoefening binnen de zes E.E.G.-landen is mogelijk, behalve voor activiteiten met een juridisch en/of kadastraal karakter. Ieder heeft het recht van vrije vestiging in een ander land, mits men zich houdt aan de voorschriften, die ook voor de ingezetenen van dat land gelden, men een stage-periode van een half jaar in het land van gewenste vestiging heeft volbracht, men met goed gevolg een examen heeft afgelegd, waaruit blijkt dat men de taal machtig is. Studiegroep ic: De wens wordt geuit maatregelen te treffen voor de naleving van eenmaal overeengekomen honorarium- en vergoedingsregelingen. Bij het niet-naleven hiervan zou het mogelijk moeten zijn disciplinaire maatregelen te treffen. Verder wordt nog gesteld dat uitvoering van werkzaamheden door een ingenieursbureau niet prijsverhogend mag werkenmen dacht hierbij aan de mogelijkheid dat door verdeling van het honorarium onder de associees prijsverhoging in de hand zou kunnen worden gewerkt. Studiegroep ld De commissie is van oordeel dat een nader onderzoek moet worden inge steld naar de gevolgen van de toepassing van elektronische rekenhulpmid delen, voornamelijk met betrekking tot de vraag hoe het in dat geval staat met de verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid van de landmeter. Deze vragen doen zich voor als een particuliere landmeter niet zelf de berekening uitvoert, doch hiervoor een rekenbureau inschakelt. De commissie is van mening dat uitdrukkelijk moet worden vastgesteld,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 66