356 worden als een rotatie om een as, die onregelmatig een weinig slingert om een „gemiddelde" aardas, welke laatste gefixeerd ge dacht wordt aan de aarde (aardkorst). De variaties van de ware meridianen kunnen worden berekend uit de breedtevariaties [13], [14], die geregeld uit astronomische metingen bepaald worden, onder andere door de „Snelle Internationale Breedtedienst" [14]. Uit deze breedtevariaties worden correcties op de U.T.o berekend, waardoor de U.T.i ontstaat, een universele tijd, die als referentie- vlak de Middelbare Greenwich Meridiaan heeft (het „Observatoire moyen" van het Bureau International de l'Heure), dat is een meridiaan die vast ligt aan de aardkorst, gegeven door de con ventionele middelbare lengtes van een groot aantal sterrenwachten. U.T.i is daardoor in tegenstelling tot U.T.o onafhankelijk van de plaats op aarde waar de sterdoorgangen gemeten zijn. De U.T.i wordt berekend uit: U.T.i U.T.o AA, (5) waarin AA het verschil tussen ware en middelbare lengte van het punt van waarneming AA A A. (6) De rotatiesnelheid van de aarde blijkt op een vrij regelmatige wijze te variëren met de tijd van het jaar, zodat het mogelijk is uit U.T.i een universele tijd U.T.2 te berekenen die over kortere tijd slechts zeer weinig verschilt van een uniforme tijd 1). Dit seizoen effect wordt grotendeels veroorzaakt door verplaatsingen van de atmosferische lucht. Het Bureau International de l'Heure te Parijs publiceert ieder jaar in het Bulletin Horaire (série 5, 6, de voor het komende jaar te verwachten seizoeneffecten (U.T.2 U.T.i) op grond van vergelijkingen van ster waarnemingen met atoomklokken in de afgelopen jaren [3 série 6 nr. 3]. Sedert 1956 is de correctieformule slechts één maal gewijzigd en dan nog alleen in verband met een nieuw ingevoerde stercatalogus (FK4 in plaats van FK3) en een nieuw aangenomen positie van de middelbare pool [3 série H nr. 2]. Sinds april 1962 luidt de formule: Ts U.T.2 U.T.i (7) 0,022s sin 2nt 0,012s cos 27zt o,oo6s sin 4nt -f- 0,007s cos 4^> waarin t het deel van het jaar is vanaf 1 januari. De kleine variaties die nog overblijven in de gang van de U.T.2 worden vermoedelijk veroorzaakt door massabewegingen in de aarde, zie [15]. A. Stoyko [3 série 6 nr. 7] heeft een correlatie aan getoond tussen de variatie in de rotatiesnelheid van de aarde en de beweging van de knopen van de maan. l) In II, 7, van dit artikel wordt een illustratie gegeven van het verschil tussen U.T. en een uniforme tijd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 10