37i
[14 13-2 en 13.5] en voor meer details [15]. Tengevolge van de
nutatie zal het lentepunt, dat het snijpunt is van de ware evenaar
(behorend bij P\v) en de ecliptica, variëren in positie zonder dat
de rotatiesnelheid van de aarde noemenswaard verandert. De
L.A.S.T. zal hierdoor periodieke variaties vertonen die niet over
eenkomen met variaties in de rotatiesnelheid van de aarde. Om
z
deze reden is de lokale middelbare sterretijd, L.M.S.T. ingevoerd,
gedefinieerd als hoek yPwZ in figuur 2. Deze L.M.S.T. vertoont
bovenstaande variaties niet. Door de precessie komt echter de
snelheid van L.M.S.T. (een hoek die met de tijd toeneemt) niet
precies overeen met de rotatiesnelheid van de middelbare meridiaan
ten opzichte van een inertiaalsysteem. Met andere woorden: in
24 uur middelbare sterretijd draait de meridiaan niet precies 360°
ten opzichte van de „vaste sterren".
De L.M.S.T. kan uit de L.A.S.T. worden berekend met gegevens
over precessie en nutatie. In de „Astronomical Ephemeris" [18]
wordt (L.A.S.T. - L.M.S.T.) als „equation of equinoxes" gegeven
in de tabel „Universal and siderial time 19voor iedere dag
om ou U.T.
\Ware Meridiaan
van Z
Ecliptica
Middelbare
'Evenaar
Ware
Evenaar
„Equation
of equinoxes"
Figuur 2
Lokale sterretijd
De lokale middelbare sterretijd, L.M.S.T. en de lokale actuele sterretijd,
L.A.S.T. worden gemeten om de ware pool Pw.
Z is een zenit.
Y en y zijn het ware en het middelbare lentepunt.