374 afgezien van de lunisolaire- en planetaire precessie niet beweegt in de ruimte (coördinatenstelsel volgens Newcomb). Hoek yPwZ wordt genoemd de lokale middelbare sterretijd L.M.S.T. van de richting Z op het tijdstip van de tekening. Hoek ZPWG' is volgens de definitie de ware geografische lengte X van de richting Z. De, conventionele, middelbare lengte X van een sterrenwacht Z wordt zo goed mogelijk in overeenstemming met de hoek ZPmG' aangenomen [12]. Xi en Yi zijn de coördinaten van de ware pool Pw ten opzichte van de middelbare pool Pm. Om U.T.o en U.T.x beter te kunnen begrijpen zullen de hulp grootheden G.M.S.T.o en G.M.S.T.i gebruikt worden, welke groot heden slechts weinig verschillen van de Greenwich Middelbare Sterretijd. G.M.S.T.o wordt gedefinieerd als: G.M.S.T.o L.M.S.T. X, (1) G.M.S.T.i is gedefinieerd als: G.M.S.T.i eee L.M.S.T. X. (2) G.M.S.T.i is dus gelijk aan de hoek yPwG' in figuur 3. Als AX gelijk is aan het verschil tussen ware en middelbare lengte, dus: X X AX, dan is: G.M.S.T.i G.M.S.T.o AX. (3) Zoals in 6a wordt aangetoond, geldt met zeer goede benadering AX (Xi sin X Yi cos X) tg 9, (4) waarin X en 9 de geografische coördinaten zijn van de verticaal van waarneming Z. In 6b wordt aangetoond dat de hoek tussen yPw en G'Pm gelijk gesteld kan worden aan de hoek yPwG'die weer gelijk is aan G.M.S.T.i. De grootheid G.M.S.T.i is dus de hoek tussen een vlak YPw dat in richting niet beweegt in de ruimte (afgezien van de precessies en de Greenwich Middelbare Meridiaan G'Pm, die vast ligt aan de aarde (afgezien van de eerder genoemde zeer kleine variaties). Hieruit blijkt dat G.M.S.T.i gebruikt kan worden als één van de (drie) parameters, nodig om de richting van de aarde in de ruimte te bepalen. G.M.S.T.i is dan ook onafhankelijk van de plaats Z waar de lokale sterretijd was waargenomen. Aangezien volgens (3) G.M.S.T.o gelijk is aan G.M.S.T.i, verminderd met een functie van de coördinaten van Z, is G.M.S.T.o wel van deze coördi naten afhankelijk. Met een redenering analoog aan 6a kan met aantonen dat de nutatie van Pm (maximaal 9") geen merkbare invloed heeft op de hoek yPwG'.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1965 | | pagina 28