35i
2. De efemeridentijd
De efemeridentijd (E.T.), waarvan de naam afkomstig is van de
astronoom D. Brouwer, is gedefinieerd als een tijd, waarin de
theorie van de dynamica zo goed mogelijk overeenstemt met de
waarnemingen. Zo zou een lichaam waar geen krachten op werken
gelijke afstanden afleggen in gelijke intervallen E.T. (een nauwelijks
uitvoerbaar experiment). Men zegt dat de E.T. uniform is voor de
dynamica, of kortweg maar iets minder scherp, dat de E.T. een
uniforme tijd is.
De schaal en het referentietijdstip voor E.T. worden vastgelegd
aan de beweging van de aarde om de zon, omdat men hoopt dat de
hierbij optredende onbekende krachten (wrijving, stralingsdruk,
nog lange tijd verwaarloosbaar zullen zijn, vergeleken bij de
bekende krachten. Het referentiepunt is gedefinieerd door aan één
bepaalde (middelbare) positie van de zon ten opzichte van de aarde
één bepaald tijdstip (1900, o jan., 1211 E.T.) toe te voegen. De schaal
volgt uit de „middelbare snelheid" van de zon op genoemd tijdstip.
Op deze wijze is de E.T. wel volledig te definiëren, maar men kan
zich afvragen hoe het mogelijk is gebruik te maken van een tijdstip
en van een eenheid, die alleen op een bepaald tijdstip (1900, o jan.
12" E.T.) hebben bestaan. Hier geeft de hemelmechanica (dynamica
toegepast op hemellichamen) uitkomst. Deze geeft namelijk op
grond van nauwkeurige waarnemingen, gecombineerd met de
theorie, een betrekking tussen een tijdstip en de richting van de
verbindingslijn zon-aarde in een coördinatenstelsel dat vast staat
ten opzichte van de „vaste" sterren (voor meer bijzonderheden zij
verwezen naar II). Hiermee kent men bij iedere positie (richting)
van de zon het bijbehorende tijdstip E.T.. De E.T. kan dus bepaald
worden uit waarnemingen van de jaarlijkse beweging van de zon,
mits de posities van de zon voldoende nauwkeurig gemeten kunnen
worden, wat alleen over zeer lange termijn mogelijk is.
Op grond van astronomische waarnemingen over zeer vele jaren
stelde Simon Newcomb [6] omstreeks 1895 zijn „Tables of the sun"
op. Met deze tabellen bedoelde Newcomb de positie van de zon te
geven als functie van de tijd. Zij werden berekend met toepassing
van de wetten der hemelmechanica. Dezelfde tabellen worden nu
gebruikt om de E.T. te definiëren. Newcomb mat de tijd echter als
U.T. en veronderstelde (bewust) dat deze tijd uniform was, dus dat
de omwentelingssnelheid van de aarde constant was. De discre
panties tussen de waarnemingen en de tabellen werden als waar
nemingsfouten geïnterpreteerd. Het gevolg van deze wijze van de-
9 De hier bedoelde wetten van de dynamica hebben een zodanige vorm,
dat de grootheid tijd met een constante vermenigvuldigd of vermeerderd
kan worden zonder dat de vorm verandert; wel veranderen de verschillende
constanten, evenals de eenheden waarin de tijd en de daarmee samen
hangende grootheden (zoals versnelling) moeten worden uitgedrukt. Deze
eigenschap hangt samen met het beeld van een in grote lijnen niet ver
anderend heelal.