66 In fig. 8 is de basis voorgesteld. Ze is op 3 februari 1622 over het ijs gemeten en gericht op de toren van de Nieuwe Kerk in Delft. In de figuur zijn tevens de waarden van de hoeken vermeld die Snel- lius in de basispunten zou hebben gemeten. Reeds onmiddellijk valt op dat de „waarneming" 40°02'35" in onmogelijk van Snel- lius afkomstig kan zijn. In diens Eratosthenes Batavus komen slechts bij hoge uitzondering hoeken voor die in halve minuten zijn genoteerd (zie bijv. [1], tabel 1 op blz. 384). Een waarneming tot op 5 moet tot de onmogelijkheden worden gerekend. Zijn instrumen ten waren daarvoor veel te onnauwkeurig. Zij moet dus aan de fan tasie van Van Musschenbroek zijn ontsproten. Met deze gefanta seerde waarneming, de waarde of 250,00 roeden en de hoek 0 ii9°44', berekent hij nu in de driehoek ofV de zijde oV 461,06 roeden. Deze berekening is fout; hij had moeten vinden 465,29 roeden. Voor oZ in driehoek ofZ vindt hij de juiste waarde 478,66 roeden (478,67). Met de goed berekende lengte oZ en de foutieve waarde oV bepaalt hij tenslotte in de driehoek VoZ de lengte VZ uit twee zijden en de ingesloten hoek bij 0. Hier maakt hij opnieuw een fout door voor deze hoek i59°42' te nemen in plaats van i69°42'. Met deze drie elementen uit deze driehoek waarvan er dus twee fout zijn vindt hij ditmaal rekent hij goed VZ 925,60 roeden, een waarde die precies overeenkomt met het bedrag dat in volgnummer 3 van de tabel werd gevonden. Het werk van Van Musschenbroek is hiermede volledig ge tekend. Het is volkomen onbetrouwbaar en het steekt zeer slecht af tegen de gewetensvolle arbeid die Snellius honderd jaar eerder heeft verricht. Het moet dan ook onbegrijpelijk worden geacht dat het enkele eeuwen lang als een verbetering van dat van Snellius is beschouwd. Fig. 8.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 20