6g
nr. i) en uit de hoek die in is gemeten tussen Zoeterwoude en Delft
(tabel 3 nr. 4). Daar het vraagstuk reeds bepaald is door twee hoe
ken, is er dus nog een overtallig gegeven dat, zonder dat van lengte
meting gebruik gemaakt moet worden, enige controle biedt. Natuur
lijk moest, wegens de duidelijke vervalsing van de hoek 40°02'35"
in deze „waarneming" worden verworpen.
In fig. 9 zijn de drie hoeken waaruit ik het punt b berekende
nog eens aangegeven. Als voorlopige coördinaten van het punt nam
ik het gemiddelde aan van b en
X'b=f 62227,93 Y'b=f —2201,96.
Noemt men |z, de definitieve kaarthoek van het te bepalen punt
naar Leiden, |V de voorlopige, aL en de richtingscoëfficiënten
en AX en AY de coördinatencorrecties, dan is
Il |V aL AX bL AY. Evenzo
<Jiy ty'y ay AX -|- by AY
|l 4>v (|V |V) («L ay) AX {bi by) AY
Als vlv de correctie is die aan de gemeten hoek cllv I25°24')
moet worden aangebracht, dan is eveneens
Iz, Ik a lv vlv,
zodat
vlv {(|'l IV) o-lv(«z, «k) AX (bL by) AY
met bijv.
p cos IV +p sin IV
aL 77en bL
Bij deze waarden van de richtingscoëfficiënten (p 206265 en
l' in meters) vindt men AX en AY in dm en v in secunden.
Als aL ay A lv, bL by Blv en V IV) <*-lv Flv,
dan luidt dus de eerste correctievergelijking:
vlv A lv AX -(- Blv A Y F lv
9,27 AX 10,40 AY 432.
Op overeenkomstige wijze:
vzv 5,33 AX 17,07 AY 209
Vzd —7,03 AX 9,32 AY 156.
Uit deze correctie vergelijkingen volgen de normaalvergelij kingen:
[AA] AX [AB] AY [AF] 0
163,76 AX 60,09 AY 1793,99 o en
[AB] AX [BB] AY [BF] o
60,09 AX 486,41 AY 9514,35 o,
10 l 10l