84
Volgens de wet van Boyle-Gay Lussac is de dichtheid van een
(ideaal) gas recht evenredig met de druk en omgekeerd evenredig
met de absolute temperatuur.
De brekingsindex van droge lucht voor licht en voor radiogolven
is gemiddeld ongeveer:
bij normale temperatuur en druk.
Veelal werkt men met een hulpgrootheid N (n i) io8,
welke grootheid inderdaad met goede benadering recht evenredig
is met de druk en omgekeerd evenredig met de absolute tempera
tuur.
De brekingsindex van lucht is nog enigszins afhankelijk van de
golflengte (kleur) en zeer weinig van de samenstelling van de lucht
(C02, HüO).
Voor radiogolven hangt de brekingsindex nauwelijks af van de
golflengte, maar wel sterk van de vochtigheid [(15], [16]).
Theoretisch moeten voor de absorptie in de atmosfeer overeen
komstige beschouwingen gelden. Praktisch is echter de verstrooiing
door waterdruppeltjes en door ondulatie veel belangrijker (zie ook
In de ionosfeer wordt de brekingsindex grotendeels bepaald door
de elektronendichtheid, de absorptie door de kans voor de vrije
elektronen om andere deeltjes te ontmoeten ([13], [14], [15]).
7. Bundelbreedte
Een „gerichte zender", waarbij men bijvoorbeeld kan denken aan
een zendantenne of aan een zoeklicht, zendt in een bepaalde rich
ting veel vermogen uit, in andere richtingen minder.
Speciaal voor gerichte antennes wordt veelal een stralingsdia
gram getekend, dat is een polair diagram, waarin de lengte van de
radiusvector het uitgestraalde vermogen weergeeft in de aan
gegeven richting. Een meridiaandoorsnede kan er uit zien als in
figuur 4.
§5)-
n ^2 1,0003
Figuur 4
Een stralingsdiagi am