92 Verslag van het symposium „Electromagnetic Distance Measurement" 1. Inleiding Op het symposium „Electromagnetic Distance Measurement", Oxford 1965, werd een veertigtal lezingen gehouden over speciale instrumenten en methodes, over de voortplanting van elektromag netische golven en over toepassingen van „lasers" 1). Bovendien werd een tentoonstelling gehouden van verschillende elektromag netische afstandmeters. De ontwikkeling van nieuwe afstandmeters leek in de eerste plaats te zijn gericht op nauwkeurige instrumenten voor korte af standen (bijvoorbeeld tot 1 a 2 km met aflezing op 1 mm) eenvoudig te bedienen en niet te kostbaar. (Prijzen van f 15.000 en f 20.000 werden genoemd.) [6, 8, 26, 33]. Veel aandacht wordt besteed aan de voortplanting van de elektro magnetische golven. [5, 14, 16, 18, 19, 20, 22, 25, 26, 32, 34, 35, 105] Deze studie blijkt voor radiogolven zeer moeilijk [15]; het ziet er echter naar uit dat binnen enkele jaren met lichtgolven aardse af standen van 10 km tot op 1 cm nauwkeurig, of beter, gemeten kunnen worden, vooral dank zij de veelbelovende onderzoekingen waarbij de gemiddelde brekingsindex langs de lichtweg wordt be paald uit het verschil in looptijd voor licht van twee golflengtes (kleuren) [5, 20]. Deze onderzoekingen zijn vergelijkbaar met de bepaling van de verticale refractie met twee golflengtes [101, 102]. Op verschillende plaatsen worden onderzoekingen gedaan be treffende het gebruik van lasers. [9, 10, 12, 20, 36, 38, 37]. Hoewel van deze lichtbron in de toekomst veel wordt verwacht, waren de praktische resultaten tot nu toe vrij gering. Belangrijk waren de afstandmetingen naar aardsatellieten in Frankrijk, waarbij af standen van 1500 km met een standaardafwijking van 3 m werden gemeten [38]. Op grond van deze resultaten en andere metingen met behulp van kunstmanen („Secor" [23, 24], Doppler [22]) lijkt het waarschijnlijk dat de schaal van grote klassieke driehoeksnetten in de toekomst voor een groot deel door satellietmetingen zal worden bepaald. Hierbij kunnen ineens zeer grote afstanden worden ge meten, waarbij de lichtweg grotendeels door vacuüm loopt. Opvallend was het dat aan dit symposium werd deelgenomen door een groot aantal niet-geodetenmeteorologen, natuurkundigen, elektronici, enz. 2. De voortplanting van elektromagnetische golven De belangrijkste fysische beperkingen van de nauwkeurigheid in de elektronische afstandmeting houden verband met de voort- gehouden te Oxford 6-10 september 1965 Een „laser" is een nieuwe monochromatische lichtbron die een gecon centreerde lichtbundel van een zeer hoge intensiteit kan geven. Zie bijvoor beeld [104].

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 46