95 een secondentheodoliet, zodat richtingen en afstanden kunnen worden gemeten. 3d. De elektro-optischc afstandmeter EOS uit Jena werd gede monstreerd. Het instrument is vergelijkbaar met de geodimeter NASM 4. De lichtmodulatie vindt hier plaats met een kristal in plaats van een kerrcel, waardoor veel minder lichtverlies optreedt. Met een gloeilamp kunnen overdag volgens de fabriek afstanden van 15 km worden gemeten. In de toekomst zal het instrument ook met een kwiklamp kunnen worden gebruikt, waarbij veel grotere afstanden zullen kunnen worden overbrugd. 4. Methodes van afstandmeting met een gedeelte van de apparatuur aan boord van een vliegtuig of een kunstmaan 4a. Pappas [21] behandelde de methode Shiran, die afgeleid is van Shoran en Hiran. Deze methode werkt op een golflengte van ca. 10 cm, terwijl Shoran en Hiran op ongeveer 1 meter werkten, welke golflengte intussen bezwaarlijk is geworden in verband met andere, militaire apparatuur. Bereik en nauwkeurigheid zijn weinig verschillend van die bij Hiran. 4b. Resultaten en metingen met Aerodist, een tellurometersysteem voor vliegtuigen, werden behandeld door Lambert [29]. Het sy steem bleek nog niet geheel aan de verwachtingen te voldoen. 4c. De methode ,,ABC" (airborn control), waarbij de positie van een helicopter wordt ingesneden vanaf punten op de grond op het moment dat de helicopter zich loodrecht boven een ander aards punt bevindt. Dit laatste is meestal het onbekende punt. De heli copter heeft een speciaal automatisch afloodapparaat (hooversight) aan boord. Krahmer [28] behandelde een puntverdichting van één punt per 100 km2 tot één punt per 4 km2 volgens deze methode. Ingesneden werd met theodolieten en met hydrodist (radioafstand- meter volgens het tellurometerprincipe), beide gewoonlijk vanuit vier bekende punten. De hoogte boven het opgelode punt werd met een kabel gemeten. De horizontale nauwkeurigheid waarmee het aardse punt werd verkregen, bedraagt ongeveer één meter; als verticale nauwkeurigheid werd één voet genoemd. 4d. Elektro-optische afstandmeting naar kunstmanen Door Bivas [38] werden experimentele metingen beschreven: Met een robijnlaser werden lichtpulsen uitgezonden naar satel lieten met hoekreflectors aan boord. De pulsen werden ontvangen door een fotocel met een nauw kleurfilter achter een objectief van 36cm diameter. De looptijd werd gemeten met een elektronische teller. Afstanden van 1500 km naar satellieten werden gemeten met een inwendige nauwkeurigheid van 3 meter. Aangezien de lichtweg voor het overgrote deel in vacuüm loopt, speelt de brekingsindex van de lucht slechts een zeer ondergeschikte rol.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 49