RECHT EN ADMINISTRATIE
Literatuuroverzicht
Dit werkje wil geen kritische beschouwing over de Pachtwet zijn,
maar Mr. Lamers heeft getracht en is hier naar mijn mening
ook grotendeels in geslaagd een voor de leek begrijpelijke uitleg
van de dikwijls moeilijke bepalingen van de Pachtwet 1958 te geven.
Gezien dit doel missen we in dit boekje een historische beschou
wing over het pachtrecht, hetgeen te betreuren is, want de ont
wikkeling van dit recht is interessant genoeg om er iets van te
weten.
Verder mis ik in dit boekje een uiteenzetting van de twee in
stanties, die op dit gebied werkzaam zijn, de pachtkamer van het
kantongerecht cn de grondkamer. Wel vermeldt de schrijver voor
elk geval tot wie de betrokkene zich moet wenden, maar dat hier
sprake is van twee totaal verschillende instanties, ieder met een
eigen werkterrein, komt niet geheel uit de verf.
Behandeld worden o.m. het begrip pacht, het totstandkomen van
de pachtovereenkomst, de duur en de verlenging van de pacht
overeenkomst, het voorkeursrecht van de pachter, schadevergoeding
en schadeloosstelling bij niet-verlenging c.q. ontbinding van de
pachtovereenkomst enz.
De inhoud van enkele artikelen is dermate gecompliceerd dat
het zelfs Mr. Lamers niet is gelukt een eenvoudige toelichting te
geven; evenwel, in verreweg de meeste gevallen is de schrijver er in
geslaagd zijn lezers de moeilijke stof op prettige wijze en in eenvou
dige bewoordingen te verklaren. Stelt men dan ook geen hogere
eisen dan een duidelijke toelichting te ontvangen op de bepalingen
van de Pachtwet, dan is dit boekje ten zeerste in uw aandacht
aanbevolen. A.G.
De Pachtwet, 4e druk, door Mr. P. H. J. Lameis.
Uitgave van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond te Roermond. 60 blz.
Prijs f 2,