met een instrument dat ontwikkeld is op het K.N.M.I, in De Bilt.
Dit instrument wordt, om storingen door het schip te voorkomen,
op 150 m achter het schip aangesleept in een zogenaamde vis.
Ten slotte wordt tijdens de vaart de mate van reflectie van de
zeebodem gemeten. Een geluidsgolf wordt uitgezonden en de sterkte
van de echo geeft bepaalde informatie over de bodemgesteldheid en
de absorptie door het zeewater.
Op de oceanografische stations worden, zoals reeds werd op
gemerkt stilliggend, gegevens verzameld van het zeewater en van
de zeebodem. Met behulp van de zogenaamde bathythermograaf
wordt het temperatuursverloop in de bovenste 200 m water be
paald tevens worden helderheid en kleur van het water opgenomen.
Nansenbottles
Voor het verkrijgen van gegevens op grotere diepte worden aan
een kabel zogenaamde Nansenbottles neergelaten. Deze flessen zijn
aan beide zijden open, zodat het water er vrij door kan stromen. Als
de flessen op de gewenste diepte zijn aangekomen, wordt een ge
wichtje aan de kabel neergelaten, waardoor de flessen zich op in
genieuze wijze sluiten en de temperatuur van het water vastleggen.
Aan boord wordt het zoutgehalte van deze monsters bepaald. Uit
het verloop van de temperatuur op verschillende diepten kunnen
conclusies worden getrokken over de gelaagdheid van het zeewater.
Dit is van belang voor onder andere de visserij en de bestrijding van
onderzeeboten.
Voorts worden foto's van de zeebodem gemaakt met behulp van
grote camera's met flitsapparatuur, die eveneens door middel van
een kabel op de gewenste diepte worden gebracht. Verder worden
monsters van de zeebodem genomen. Hiertoe wordt een twee a drie
meter lange buis tot op een paar meter boven de zeebodem gebracht.
Deze laat men vervolgens vrij vallen waardoor hij ongeveer twee
meter in de bodem doordringt. De buis wordt dan automatisch ge
sloten en weer opgehaald. De aard van het sediment en de gelaagd
heid is van geologisch belang. Ook de warmteuitstraling van de
zeebodem wordt gemeten met behulp van speciale instrumenten.
Al deze handelingen worden op de volle oceaan gedaan, waar de
diepte vaak meer dan 6000 meter is. Het is duidelijk dat daardoor
hoge eisen worden gesteld aan de kabel en dat grote voorzichtigheid
vereist is bij het neerlaten en ophalen van de apparatuur. Toch is het
reeds enige malen voorgekomen dat een kabel is gebroken, waardoor
kostbare apparatuur verloren ging.
Nauwkeurigheid vereist
Alle hierboven beschreven metingen hebben slechts waarde als
de plaats waar ze zijn verricht precies bekend is. Vandaar dat de
hoogste eisen worden gesteld aan de navigatie en de plaatsbepaling.
In de buurt van de kust wordt gebruik gemaakt van de decca-
107