plaatsbepaling (dit is een radarsysteem). Op de oceaan wordt als de bewolking dit toelaat elke zes uur een astronomische plaatsbepaling gedaan. Tevens is er een Omega-plaatsbepalingssysteem aan boord, dat met radiogolven van dertig kilometer lengte werkt en dat pas in de Verenigde Staten in ontwikkeling is. Met dit systeem kan op de gehele oceaan de plaats worden bepaald tot op één a anderhalve mijl nauwkeurig. Tijdens de expeditie wordt dit Omega-systeem op zijn betrouw baarheid beproefd. Over de trek van vogels, vissen en schildpadden op bepaalde delen van de oceaan is nog betrekkelijk weinig bekend. Om die reden bevindt zich aan boord van H.M. Snellius ook een bioloog voor het doen van waarnemingen. Een dergelijk groots, systematisch en veelzijdig onderzoek van de Atlantische Oceaan zoals hierboven beschreven, is nog nooit eerder verricht. Ons land en de Technische Hogeschool Delft in het bijzonder kunnen er dan ook trots op zijn daarbij zo'n vooraan staande plaats te bekleden. G. L. Strang van Hees T. J. Poelstra Nederlandse Landmeetkundige Federatie io8 Jaarverslag over 1965 Het hoofdbestuur kwam in het verslagjaar viermaal bijeen en wel op 29 januari, 2 maart, 25 juni en 13 oktober. Beknopte verslagen van deze vergaderingen werden opgenomen in het Tijdschrift voor Kadaster en Land meetkunde, jg. 1965, resp. blz. 132, 270 en 396. Op 19 maart 1965 hield Prof. Dr. K. Schwidefsky, hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Karlsruhe, in Utrecht een voordracht over het onderwerp ,,Die Grenzen von Mensch und Automat in der Photogrammetrie". Voor deze bijeenkomst, die was georganiseerd door de Nederlandse Vereni ging voor Fotogrammetrie, werden alle leden van de N.L.F. uitgenodigd. De voordracht van Prof. Schwidefsky werd opgenomen in het Tijdschrift, jg. 1965, blz. 144. Op 7 mei 1965 werd in Utrecht een studiedag gehouden ter bespreking van de juridische en organisatorische aspecten van het rapport van de Staats commissie in zake het Kadaster. 's-Morgens werd het rapport kritisch belicht door Prof. mr. P. de Haan (Fundament en perspectief van het kadaster), Mr. ir. C. G. van Huls (Kadaster en Recht), W. Joosten (Perceel en publikatie) en Prof. mr. J. M. Polak (Enkele organisatorische aspecten). De voordrachten werden gepubliceerd in het Tijdschrift, jg. 1965, resp. blz. 216, 232, 242 en 251. Na de lunch kreeg een forum bestaande uit de leden van de Staatscommissie Prof. mr. J. H. Beekhuis, Prof. mr. S. N. van Opstall, Mr. ir. S. M. Meelker en Prof. ir. A. J. van der Weele (forumleider) gelegenheid te reageren op de 's-morgens gehouden inleidingen, waarna in een open discussie een aantal vragen werd beantwoord. Op 12 november 1965 werd te Arnhem in een gezamenlijke bijeenkomst van het N.G.L. en de N.L.F. het technische gedeelte van het rapport van de Staatscommissie in zake het Kadaster aan de orde gesteld. Als inleiders traden op de heren W. Joosten (De problematiek van de automatisering

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 62