Ir. P. A. ROOS,
De automatisering bij de Fotogrammetrische dienst
van het kadaster
Inleiding
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling
der automatisering bij de Fotogrammetrische dienst van het ka
daster. De nadruk zal hierbij vallen op de thans gevolgde procedure,
zoals die in de loop van de laatste jaren is ontstaan. Wellicht ten
overvloede zij nog opgemerkt dat het hier uitsluitend gaat om de
rekentechniek; verdergaande automatiseringen op het gebied van
meten en kaarteren zijn wel onderwerp van intensieve onderzoe
kingen, maar praktische toepassingen zijn er nog nauwelijks.
Het doel van alle berekeningen is R.D.-coördinaten te bepalen
van een aantal op de luchtfoto's scherp gemarkeerde punten
(signalen en geprikte punten). Daartoe worden of in het stereo
scopisch model (analoge methode) of in de foto zelf (analytische
methode) coördinaten van de desbetreffende punten gemeten.
De ontwikkeling bij de F.D. is te splitsen in een drietal periodes,
die in de volgende drie paragrafen zullen worden besproken. Ge
durende het eerste tijdvak werden de stroken alle afzonderlijk aan
terrestrische paspunten aangesloten; de metingen werden verricht
op een analoog instrument. In het najaar van 1963 werd de strook-
vereffening vervangen door de aan het I.T.C. ontwikkelde blok-
vereffeningsmethode (Anblok)uitgangspunt voor de berekeningen
zijn hier modelcoördinaten.
De laatste periode begint ongeveer midden 1965; de F.D. kreeg
toen de beschikking over een stereocomparator en de analytische
triangulatie deed zijn intrede.
Voor alle drie periodes zal de beschrijving van de Tekenprocedure
worden voorafgegaan door een korte bespreking van de meet
methode. Verder zal speciaal aan de automatiseringsaspecten aan
dacht worden besteedop andere eigenschappen zal hier niet worden
ingegaan.
Het eerste tijdvak 1960-1963
Bij de oprichting van de Fotogrammetrische dienst in 1956 kreeg
deze de beschikking over een Stereoplanigraaf C8 van Zeiss, voor
zien van een druktelwerk voor het registreren van modelcoördinaten.
Na instelling van het meetmerk op het te meten punt werden X-,
Y- en Z-coördinaat door het overhalen van een handel afgedrukt
op papierhet vooraf door de waarnemer in te stellen puntnummer
werd mede geregistreerd.
De verdere verwerking geschiedde op handrekenmachines; het
betrof hier vooral het berekenen van overbepaalde gelijkvormig-
127
Fotogrammetrische dienst van het kadaster, 's-Gravenhage