bepaald blad benodigde kaarten eenvoudig automatisch mogelijk met een sorteermachine. Het gehele blok kan in een keer worden behandeld, omdat van een punt dat op bijv. vier foto's voorkomt ook vier kaartjes zijn, elk met dezelfde coördinaten, maar met ver schillend fotonummer. Tevens vindt nog een automatische sortering plaats naar oplopende X- of Y-coördinaat, zoals die gebruikelijk is bij het aanbieden van gegevens voor bladaanleg. Binnenkort zal ook het eigenlijke kaarteren van de punten auto matisch kunnen verlopen met behulp van de door het Kadaster aangeschafte elektronische tekentafel, de Zuse Graphomat Z 64. Wijzigingen na 1965 De belangrijkste veranderingen in de procedure zijn ontstaan doordat de F.D. midden 1965 een Zeiss Stereocomparator in gebruik heeft genomen. Met dit instrument worden plaatcoördinaten, in de foto zelf dus, gemeten. De verdere verwerking kan in principe op verschillende manieren gebeuren. Door de F.D. is in eerste aanleg een relatief eenvoudige oplossing gekozen, die aansluiting gaf bij de al bestaande procedure. De plaatcoördinaten van twee opvolgen de, elkaar overlappende, opnamen in een strook worden reken kundig getransformeerd tot modelcoördinaten; deze worden dan op ongeveer dezelfde wijze behandeld als in de vorige paragraaf is om schreven. De wijzigingen hebben dan ook vooral betrekking op de voorbereiding en de meting. 1. Voorbereiding Bij de analytische triangulatie moet een aantal groepen van punten worden gemeten, die in de berekening verschillende functies hebbendie groepen zijna. randmerkenb. punten voor de relatieve oriëntering, c. punten voor de absolute oriëntering, d. blokver- effeningspunten, e. overige (gesignaliseerde) punten. De computer moet in staat zijn deze groepen te onderscheiden. Dit kan gebeuren door of in een bepaalde volgorde te meten (diverse groepen na elkaar) of door elk punt een codering te geven. Omdat het verplaatsen van het meetmerk in de stereocomparator relatief lang zaam gaat en het aantal groepen tamelijk groot is, is voor de laatst genoemde mogelijkheid gekozen. Dit houdt in dat bij de voorberei ding aan elk puntnummer één cijfer wordt toegevoegd, dat een indicatie is voor de functie van het punt in de berekening. 2. Meting De meting kan nu in een willekeurige volgorde verlopen; de kortste weg over de foto is bepalend. Over dit onderwerp zijn verder geen bijzonderheden te melden; de waarnemingen worden weer ge registreerd in ponsband en op papier. !3Ö

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 22