146
uitgevoerd. De fotoschaal bedroeg in dit object 1 7500. Ook bij
de hermeting Baarderadeel (fotoschaal 1 7000) wordt gebruik
gemaakt van fotokaarten.
De kaartvervaardiging in de ruilverkaveling Altena-West is
op een iets andere wijze geschied. Er zijn hier geen fotokaarten
vervaardigd, doch het ontschrankte fotobeeld is op fotogevoelig
stabilene vastgelegd, waarbij tegelijkertijd het ruitennet van een
ruitenplaat is meegefotografeerd. Op deze ontschrankte foto's is
vervolgens de lijnenfiguratie gegraveerd, waarna met behulp van
de normale montagemethode (1) de kopieën van de gegraveerde
ontschrankingen aan de hand van de ruitennetten tot werkplans II
zijn samengesteld. In veel gevallen traden hier lacunes op in de aan
sluitingen van de lijnenfiguraties van de aan elkaar sluitende ont
schrankingen. Dit moet voor een gedeelte worden toegeschreven
aan een onjuiste interpretatie als gevolg van het feit dat het
betrokken personeel in het terrein nauwelijks bekend was.
Een geheel andere toepassing van de enkelbeeldfotogrammetrie
is het met behulp van deze methode in kaart brengen van ver
anderingen in de eigendomstoestand als gevolg van reg. 9-posten.
Uitgebreide proeven in de afgelopen jaren hebben geleid tot een
werkwijze die nu in de praktijk wordt toegepast. Hierover kan m.i.
evenwel te gelegener tijd beter afzonderlijk worden bericht.
2.4. Controlemetingen en berekeningen
Hoewel er tot heden geen uitgebreid onderzoek is ingesteld naar
de meetkundige betrouwbaarheid van ontschrankte luchtfoto's resp.
fotokaarten zijn de ontschrankingen van het object Altena-West
aan een systematische controle onderworpen geweest.
Deze controle had betrekking op de nauwkeurigheid van de
inpassing in het ontschrankingsinstrument en de ligging van het
meegefotografeerde ruitennet ten opzichte van de gesignaliseerde
punten. Ze is op de volgende wijze uitgevoerd.
Met behulp van een coördinatograaf zijn „kaartcoördinaten"
gemeten van alle gesignaliseerde punten in de ontschrankte foto's.
Dit is tweemaal geschied, waarna de meetresultaten zijn gemiddeld.
Bovendien zijn per foto 5 verspreid gelegen ruitpunten opgemeten
en wel 4 in de hoeken en 1 in het midden van de ontschranking.
De gemeten en gemiddelde „kaartcoördinaten" van de gesig
naliseerde punten zijn vervolgens door een overbepaalde gelijk
vormigheidstransformatie aangesloten aan de uit de blokvereffening
bekende RD-coördinaten van de overeenkomstige punten. Aan de
hand van de transformatieconstanten zijn de opgemeten ruitpunten
nagetransformeerd. Bij de berekening van de overbepaalde aan
sluitingen kon een dankbaar gebruik worden gemaakt van een
computer.
De na de transformatie resterende afwijkingen in X- en Y-richting
zijn een indicatie voor de kwaliteit van de inpassing. Ze bleken in
doorsnee rond de 25 cm te liggen. Wel kwam het voor dat punten